25
lil- door ziekten of gebreken ongeschikt voor de dienst gekeurd; t
11 êénige -wettige zonen;
26 zich in militaire dienst bevindende; 1
38 wegens broederdiens1
Van de ovei' bli jvende35iotelingen.die voor de dienst werden aanga- 1
wezen, zijn 34 bij de landmilitie ingelijfd; terwijl een loteling
bij de oproeping ter inlijving is achter gebleken. Er bleef boven
dien aan het contingent een te kort van vier man.
Voor de zeemilitie ziiji geene lotelingen bestemd geworden.
Schutterij.
De werkelijk strekte der schutterij in de gemeente was
actieve schutters212
reserve id.169
Te zalmen 381.
,j
1
De actieve sterkte der schutterij bij de wet voer geschreven moet
zijn 298 nan.
Sterkte van den eersten ban der schutterij:
actief 156
reserve 8$
lil
Te zamen 241
De formatie dei1 schutterij heeft alhier in het afgeloopen jaar
pl ats gehad in overeenstemming met het koninklijk besluit van den 23
februarij 1868 (staatsblad no 26$.
De nieuwe sterkte verkregen door inlijving van een buitengewoon
contingent is hierboven opgegeven.
De oprigting eener derde compagnie gaf aanleiding tot bevordering
en ^benoeming van officieren bij koninklijk besluit van din 19 October
1368, no 18, te ¥#ten:
werden bevorderd:
tot officier van gezondheid der 2e klasse, de officier vangezondheid
der 3e klasse R.A.Verlegh; tot kapitein, de le luitenants *1.Vlasblom
en J.G.A.H.Sprengers en tot le luitenant, de 2e luitenants C.P.G.A.
van de Goorbergh, G.G.de Voogt en F.P.J.Spies.
Benoemd werden:
tot le luitenant kwartiermeester met den pesonelen rang van kapitein,
de kapteiii A.Kwisthout en tot 2e luitenants, de fourxerLJ. F. ASmid
de korporaal J.J.Melissen; de schutters, W.M.van idzinga, L.J.M. Tii?-
Biers-Verhoeven en li.H.F.ten Berge.
1
Hoofdstuk VIII,
Kerkelijke zaken.
In het getal der kerkelijke gemeenten en kerkgebouwen aan de
openbare eere dienst toegewijd, alsmede in dat der dienstdoende gees
telijken is geene verandering ontstaan.
liet gebouw aan de westzijde van de %ven, gesticht ter vervanging
van de bouwvallige kerk van de ii.Barbara, zal weldra voltooid zijn
en voor de uitoefening van de R.G.Godsdienst in gebruik kunner wor
den gesteld.
iitf 1-