104 Eindelijk hebben wij het genoegen te kunnen vermelden, dat het gedrag en de handelingen van den armenkneoht ons bij voortduring reden van tevredenheid geven. En hiermede, Mijne Heeren, sluiten wij dit verslag, inliet vertrouwen dat het armwezen steeds uwe belangstelling zal blijven ondervinden. Het Burgerlijk Armbestuur, Breda den 2. Maart 1871. Egs. EERSTENS Voorzitter. A. R. VERMEULEN, Rentmeester.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1870 | | pagina 106