Hoofdstuk III. 9 den aanslag in de directe belastingende vereiscliten van kiezer in de gemeente verloren hadden, werden van de lijs ten geschrapt. Hunne namen werden volgens artikel 35 dei- kieswette gelijk met de aanplakking, nederleg-ging en open bare kennisgeving van de kiezerslijsten afzonderlijk bekend gemaakt. Geene bezwaren werden ingebragt, zoo min tegen de lijs ten als tegen de verkiezingen. GEMEENTEBESTUUR. Personeel. a. Be gemeenteraad bestond uit de volgende heeren E. J. M. Ileijlaerts, N. R. H. Guljé, Mr. J. H. van Mierlo, A. II. Kuppeus, L. C. A. de Haan, Mr. M. A. van den Acker, G. van Alphen Mr. E. de Man Ez., Mr. J. J. Loke, Mr. C. A. Elooren J. A. van Aken, J. J. L. Ingen-Housz, E. L. C. de Cottignies, Mr. P. J. J. Hollingérus Pijpers,! A. J. Bouwens, J b. Ilet collegie van dagelijksch bestuur. Dit collegie en vooral de gemeente leed een hoogst ge voelig verlies door het overlijden van den heer Mr. A. Eer stens op den 25. April 1870, na eene langdurige en kwijnende ziekte. Gedurende zijnen ruim achtjarigen werk kring als Burgemeester, heeft hij steeds het welzijn en de aftredende in 1871. aftredende in 1873. aftredende in 1875.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1870 | | pagina 11