28
Oorspronkelijk
bedrag van
elke schuld,
opgave van bet
jaar waarin zij
is aangegaan.
Bedrag
der
schuld op
IJanuarii
1871.
Kente
ten honderd.
b. f 41050
ƒ41050
4
(1796).
c. - 50000
- 36000
5
(1858).
d. - 15000
- 10500
5
(1867).
e. 51000
- 44500
4'A
(1863/4).
f. - 60000
- 52500
5
(1866).
9-
5J
ƒ1642
- 1800
- 525
- 2002.50
- 2625
Toelichtingen.
- 2719.61'/.
Van dit kapitaal is in 1796,
toen do stad ten behoeve der
provincie door het gewestelijk
bestuur van Brabant was aan
geslagen, tot een bedrag van
36000 bij wijze van gedwon
gen leening van de ingezetenen
tegen uitgifte van onopzegbare
schuldbekentenissen opgeno
men.
Opgenomen tot bet bouwen
der gasfabriek.
Opgenomen tot bet vergroo-
ten dier fabriek.
Zijn gedeelten der leening
groot ƒ150000,waarvan slechts
j is opgenomen 111000; deze
leening moest dienen totbestrij-
I ding der kosten van buitenge
wone werkenvolgens besluit
van den raad van 6 December
1862.
Zijn gevestigde renten van
oude dagteekening waarvan
de opbrengst is gebezigd tot
J aankoop van grondenwaarop
bij uitbreiding der stad de ves
tingwerken zijn aangelegd, van
- welke de kosten ten laste der
ingezetenen werden gebragt.
Iu 1870 zijn geene kapitalen opgenomen. Van vroegere
geldleeningen is in 1870 afgelost f 7575; en op den
1. Januarij 1871 bedroegen de gezamenlijke aflossingen
45,325.
De toestand van het naar aanleiding van het raadsbesluit
van den 29 November 1862 opgerigt pensioenfonds voor de
gemeenteambtenaren en bedienden, is vrij gunstig, gelijk
blijkt uit het volgende overzigt van 1870: