47 De heer E. J. Stevens, majoor-commandant der dienst doende schutterij, overleed den 21 October 1870. Deze betrekking is tot heden niet vervulddewijl het moeijelijk is daarvoor geschikte personen te vinden. Bij het korps officieren hadden voorts gedurende den loop van het jaar de volgende veranderingen plaats: Bij Z. M. besluiten van den 26 Mei en 15 September 1870, n°. 24 en 22 werden op hun verzoek eervol ontslagen de heeren 11. A. Yerlegh, als officier van gezondheid der 2e klasse, G. G. de Yoogt, E. E. J. Spies en C. P. C. A. van de Goorbergh, als le luitenants, B. A. L. Botzen als 2e luitenant. En werden benoemd: Tot officier van gezondheid der 2e klasse de heer P. J. W. Bijnen, tot le luitenants de heeren: L. J. T. A. Schinid, J. J. NelissenTuinbreker en W. M. van Idzinga, allen 2e luitenants. Tot 2e luitenants de heeren J. H. van Reigersberg Yersluijs, E. G. W. Pieper, beide schutters en E. J. A. G. Hollingérus Pijpers, J. G. Rueb, schutter. Orde en tucht worden zoo goed mogelijk gehandhaafd. In de kleeding der schutterij, die in goeden staat is, wordt, behoudens enkele uitzonderingen, voor kosten der gemeente voorzien. Die kosten hebben in 1870 wegens de oproeping der re serve, die is moeten gekleed worden tot het verrigten van garnizoensdienst en het betrekken van wachten in de maanden Julij, Augustus en September, ten gevolge van de toen plaats hebbende omstandigheden, nog al aanzienlijk bedragen; terwijl, hoewel aan de schutters van rijkswege kapotjassen werden verstrekt, voor het gebruik dier voorwerpen door de gemeente 164.27'/2 is moeten vergoed worden. De pogingen aangewend om van dit laatste bedrag terug gaaf te erlangen zijn zonder gevolg gebleven. De wapenen worden van s rijkswege verstrekt, doch voor rekening der gemeente onderhouden. Zij bevinden zich in voldoenden staat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1870 | | pagina 49