67 Eijeren, boter en kaas worden ter markt gebragt, vooral de boter in aanzienlijke hoeveelheid. De kermis en najaarsmarkt zijn geregeld gehouden. De laatste was druk bezocht. De vischmarkt wordt dagelijks gehouden bij aanvoer van visch. De aanvoer was zeer gering, en uit dien hoofde werden er hooge prijzen besteed. De binnenlandsche handel bestaat meerendeels in voort brengselen van landbouw en van warmoeskruiden. De oogst kan over het algemeen als redelijk beschouwd worden; niettegenstaande de vruchten goed gewassen waren, hebben toch de aanhoudende regens, gepaard met veel storm weder gedurende den oogsttijd, eenen nadeeligen invloed uitgeoefend; vooral rogge en haver, welke niet in het eerst van den oogst binnengehaald warenbegonnen door het voort durende natte weder door te schieten; terwijl later, toen zij half droog, doch rijp, op het veld stonden, stormweder oorzaak was, dat vele rijpe vruchten uit de aren vielen, en alzoo op het land achterbleven. Aan dezelfde reden is het ook toe te schrijven, dat de tarwe gedurende dit jaar slechts 2/3 van een goeden oogst kan gerekend worden te hebben opgebragt, en minder geschikt is voor den handel, daar zij niet kan bewaard worden. Ook de boekweit leverde beschot op. Aardappelen daarentegen waren er vele gewassen. De boter was in het afgeloopen jaar duur en is nog steeds in prijs stijgende, vooral door de vele opkoopen tot verzen ding naar elders. De teelt der warmoezierderij-prodncten gaat jaarlijks vooruit. De groenten zijn over het algemeen goed geslaagd, met uitzondering van de koolsoorten. De handel in groenten en tuinvruchten was weder aan zienlijk; vele verzendingen werden gedaan naar 's Bosch BotterdamDordrecht en Antwerpen. De overige handel bestaat meerendeels in goederen, ver vaardigd in de hier gevestigde fabrieken en trafieken, welke naar verschillende plaatsen van dit en andere gewesten wor den verzonden; onder anderen, bieren naar Holland en Zee land, zout naar Zuidholland; werktuigen, ijzerwerk, piano's,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1870 | | pagina 69