BIJLAGE A.
Verslag aangaande den gezondheidstoestand der
gemeente Breda over het jaar 1870.
Wij hebben de eer UEd. ons jaarlijksch verslag te zenden, zooveel
mogelijk ingerigt naar het gewijzigd model, hetwelk wij de eer hadden
op den 6. April jl. te mogen ontvangen.
In ons verslag hebben wij op verschillende hoofdstukken geen, of
geen voldoend antwoord gegeven, deels omdat door de bevoegde amb
tenaren geen voldoend antwoord op onze vragen konde worden ver
strekt, deels omdat zij ambtshalve, volgens de bestaande verordeningen,
jaarlijks verslagen aan het gemeentebestuur doen, waardoor ons verslag
slechts eene herhaling zoude zijn van gegevens, reeds aan het gemeen
tebestuur verstrekt.
De groote verbeteringen, welke in de laatste jaren aan de openbare
wegen in onze gemeente zijn geschied, doen de commissie hopen, dat
dezelve ook zullen worden uitgestrekt tot de wijken, door de mindere
klasse bewoond.
De commiseie merkt met genoegen aan, dat de reinheid der straten
van eenig aanzien, steeds met zorgvuldigheid wordt in acht genomen,
doch laat dit in sommige gangen of stegen nog al te wenschen over.
Zij neemt de vrijheid op te merken, dat de afvoer van vuil en vooral
het ledigen der secreetputten somtijds op zeer onvoldoende wijze ge
schiedt, waardoor het dikwijls plaats grijpt, dat meststoffen, tot nadeel
der openbare gezondheid, in onvoldoend gesloten kisten worden vervoerd.
Zij had de eer een uitvoerig verslag desaangaande, met aanprijzing
van het Liernursche stelsel aan het gemeentebestuur in te dienen,
waardoor alle schadelijke invloeden werden weggenomen.
Wat betreft de grachten en slooten, drukt de commissie den wensch
uit, dat bij de demping der vestingwerken, acht zal worden geslagen,
op behoorlijke waterverversching, waaraan dikwijls des zomers groote
behoefte bestaat; getuige de verderfelijke uitwasemingen aan de Bosch
straat, Oude-Vest en Ginnekenbrug.