80 281, en wel in October; op 31 December bedroeg het aantal leerlin gen 283. Die aanzienlijke vermindering schijnt toe te schrijven aan de omstan digheid, dat de onlangs benoemde hoofdonderwijzerde heer van Goor, bij zijne in fnnctie treding de sohoollijst. aan een naauwkeurige revisie heeft onderworpen, en daarbij diegenen afgeschreven heeft, die bleken de school verlaten te hebben, zonder de voorgeschreven voorkennis. Wat den gang van het onderwijs aan deze inrigting betreft, moet de commissie tot haar leedwezen te kennen gevendat die veel te wensohen overlaat; inderdaad, de toestand van het onderwijs aan de armenschool voor jongens is verre van bevredigend te zijn. Eene hoofdoorzaak van dien ongunstigen toestand ligt ontegenzegge lijk in 't gemis aan een voldoend aantal hulponderwijzers, waaromtrent do commissie straks in de gelegenheid zal zijn hare bedenkingen mede te deelen. Andere oorzaken, spruitende uit de geaardheid der scholie ren en de onverschilligheid der ouders, brengen er het hunne ruim schoots toe bij. Vooreerst komen de kinderen zonder eenige do minste ontwikkeling ter school. Eene behoorlijk ingerigte voorbereidende school (bewaarschool) schijnt in deze gemeente voor de armenklasse of niet te bestaan, of althans niet bezocht te worden, 't Zal wel ounoodig zijn op het hooge belang eener dergelijke inrigting te wijzen. Buiten de andere voordeelen toch zou daardoor eene voorname oorzaak van schoolverzuim worden weg genomen, daar vele grootere kinderen alleen daarom te huis moeten blijven, om op hunne kleinere broertjes en zusjes te passen. Hierbij komt, dat over het geheel de school veel te vroeg wordt verlaten en het grootste deel der leerlingen de maatschappij intreden, zonder voldoeud lager onderwijs te hebben genoten, een kwaad, dat door de herhalingschool niet dan zeer gebrekkig kan worden vei holpen. Om dit al te vroegtijdig verlaten der school aan te toonen, wijst de commissie op de volgende cijfers. De armenschool is verdeeld in 4 klassen. Op 31 December .1870 zaten in de hoogste klasse 44 leerlin gen; in de 2e, 52; in de 3e, 81; in de 4e, 106; zoodat ter naauwer- nood dergenen, die zich aanmeldentot de hoogste klassen oplimmen. Eindelijk zij hier nog vermeld, dat het schoolverzuim, die oude kanker der openbare armenschool, nog altijd op schrikbarende wijze blijft voortwoeden, en wel zoo, dat dagelijks een tiende deel der leer lingen wordt gemist. Het heeft nogtans noch den hoofdonderwijzer, noch de beide hulp onderwijzers aan ijver en werkzaamheid ontbroken, ze spanden al hunne krachten in om de kinderen der armen door onderwijs te ontwikkelen en tot nuttige leden in de maatschappij te vormen. Maar, hetzij nogmaals gezegd, en het kan ook niet genoeg worden herhaald, hunne krachten, hoe ook verdubbeld, schoten te kort bij zoo veelzijdige en zoo dringende behoefte.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1870 | | pagina 82