82 Het getal onderwijzeressen was: aan de openbare scholen 2 aan de bijzondere 17 te zamen 19 Yan het onderwijzend personeel, zoo aan de openbare als aan de bijzondere scholen, kan de commissie niet anders dan eene loffelijke vermelding uitbrengen; aller gedrag was, in zooverre bekend, onberis pelijk, hun ijver, voor zooverre de commissie kan nagaan, prijzens waardig. HOOFDSTUK II. (Art. 1636 der wet). VAN HET OPENBAAR ONDERWIJS. 2. Van de ondekwijzees. (Artikel 18 en 30 der wet). A. Hulp aan onderwijzers verleend. In de eerste school van gemiddeld 80 leerlingen in dag- en avond school, wordt de hoofdonderwijzer bijgestaan door 3 hulponderwijzers en twee kweekelingen. In de tweede of tussohensehool van gemiddeld 330 leerlingen in dag- en avondschool door 3 hulponderwijzers en 9 kweekelingen waarvan 7 vau de normaalschool en voor de vrouwelijke handwerken door t.wee hulponderwijzeressen. Aan deze twee scholen voldoet de hulp, den hoofdonderwijzer ver leend, aan de eischen der wet. l)it is in geenen deele het geval aan de openbare armenschool voor jongens. In eene school toch van gemiddeld ruim 300 leerlingenwordt de hoofdonderwijzer bijgestaan door slechts twee hulponderwijzers en twee kweekelingen. Evenzoo in de herhalingschool van gemiddeld 80 leer lingen. De geheele school is verdeeld in 4 klassen, en elke klasse in twee afdeelingen, waarvan elke een aanzienlijk aantal leerlingen bevat. Bij de bestaande regeling nu van één onderwijzer voor ééne klasse die twee afdeelingen van zulke getalsterkte bevat, is het onmogelijk, dat er aan de leerlingen de noodige zorg wordt besteed. Hierbij komt nog, dat eene geheele klasse op een na de hoogste aan een kweekeling moet worden toevertrouwd, welke toestand of schoon de tegenwoordige titularis vrij wel voor zijne taak berekend is op den duur toch onhoudbaar is. De commissie kan dus niet af zijn bij het Bestuur onzer gemeente er op aan te dringendat. in de dringende behoefte worde voorzien en ingevolge art. 18 der wet, op het lager onderwijs aan de armenschool voor jongens een derde hulponderwijzer worde aangesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1870 | | pagina 84