83
De commissie heeft reeds ten vorigen jare op dezelfde behoefte ge
wezen, doch inogt tot nog toe liet genoegen niet smaken, dat daaraan
voldaan werd. Moge zij ditmaal gelukkiger slagen!
In de armenschool voor meisjes van gemiddeld 250 leerlingen vindt
de hoofdonderwijzer hulp in de medewerking van 2 hulponderwijzeres
sen en 2 meisjes-kvveekeliugen. Evenzoo in de herhalingschool van
gemiddeld 20 leerlingen.
B. Inkomen der onderwijzers.
Aan de eerste school genoot de hoofdonderwijzer 1200 aan vast
en 20 aan veranderlijk inkomen, benevens vrije woning. Daarenboven
heeft de Gemeenteraad uit hoofde van het gering bedrag, dat deze
hoofdonderwijzer aan veranderlijk inkomen genoot, hem voor het jaar
1870 eene gratificatie van 200 toegekend.
De eerste hulponderwijzer genoot 600, de twee overigen elk ƒ350,
een kweekeling 40, de andere 30.
Aan de tweede of tusschensehool bedroeg het vast inkomen van den
hoofdonderwijzer 875 het veranderlijk 517.88, benevens vrije woning
terwijl hij bovendien voor bet geven van normaallessen eene toelage uit
's Rijks kas geniet van 250; twee hulponderwijzers genoten 350;
de derde 300, terwijl van de kweekelingen twee ieder eene toelage
van 30 van de gemeente en de zeven overigen ieder eene toelage van
ƒ250 uit 's Rijks kas genoten.
Aan de armenschool voor jongens was het vast inkomen des hoofd
onderwijzers 800, het veranderlijk 260 benevens vrije woning, de
twee hulponderwijzers genoten ieder 300 en de twee kweekelingen
ieder 25.
Aan de armenschool voor meisjes genoot de hoofdonderwijzer 800
aan vast, 200 aan veranderlijk inkomen, benevens vrije woning en
bovendien eene toelage uit 's Rijks kas van 150 voor het geven van
assistentie bij de normaallessen; de beide hulponderwijzeressen elk 300
en bovendien 50 voor het geven van onderrigt in de vrouwelijke
handwerken aan de tweede of tusschensehool; de beide kweekelingen
jedor 25.
Nog zij vermeld, dat de hulponderwijzer van Fleusen van de eerste
openbare school voor het geven van onderwijs in het Huis van Arrest
eene jaarlijksche toelage uit 's Rijks kas geniet van 250.
De bezoldiging der hoofdonderwijzers kan. alzoo met regt voldoende
genoemd worden.
Onder de hulponderwijzers klaagden en naar het oordeel der com
missie zeer te regt die aan de armenschool voor jongens over hunne
karige bezoldiging. Ofschoon ze in de meest bevolkte school dezer
gemeente en onder veel minder gunstige omstandigheden dan hunne
andere ambtgenooteu les geven, is hunne bezoldiging toch 50 lager
dan die der minst bevoordeelden onder beu.
Daarom acht de commissie het zeer wcnschelijkdat ook hunne be
zoldiging wordt gebragt op 350.