84
Wat betreft de vergelijking der inrigtingen van openbaar met die
van bijzonder onderwijs, is de commissie in hoofdzaak niet van gevoe
len veranderd. De openbare scholen toch blijven boven de bijzondere,
zoo wat orde en tucht als degelijkheid vau onderwijs en geschiktheid
van het ouderwijzend personeel betreft, in het algemeen de voorkeur
verdienen.
Er zijn nogtans uitzonderingen.
De bijzondere school van het Departement Breda der Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen blijft onder de leiding van den in 1869
benoemden directeur, den heer Vethake, volkomen op de hoogte
des tijds.
Om den aard en den omvang van het onderwijs op deze school te
doen kennen, behoeft de commissie alleen te wijzen op de omstandig
heid, dat van de 25 jonge lieden, die in 1870 tot kadet, aan de Mili
taire Akademie werden aaugesteld cr zeven warendie hunne opleiding
aan de Departementale school ontvangen hadden. Ook dient hier nog
vermeld, dat dc twee hoogste klassen dezer school sedert 1 September
jl. gesplitst zijn in jongens- en meisjesklassen in afzonderlijke lokalen,
waardoor het aantal meisjes zeer is toegenomen.
De inrigting van onderwijs in het gesticht, der Zusters van Liefda
digheid is door de commissie steeds met groote belangstelling bezocht.
Behalve uit eene talrijk bezochte en goed ingerigte Bewaarschool
beslaat zij uit: 1°. eene school, waarin de bestedelingen onderwijs in
het lezen, schrijven, rekenen en de vrouwelijke handwerken ontvangen,
en zulks op eene zeer goede wijze; 2°. eene dusgenoemde Hollaudsche
school voor kinderen uit. de lagere burgerklasse, waar de commissie
meermalen in de gelegenheid is geweest het doeltreffende onderwijs en
den buitengewonen ijver van mejufvrouw A. C. M. Kuijpers op hoogen
prijs te schatten; 3». eene jongejufvrouwenschool, waar ook Eransch
geleerd wordt, doch waar slechts enkele kinderen boven de 12 jaren
worden aangetroffen en het onderwijs geen hooge vlugt. neemt. De
hulponderwijzeressen, die op deze laatste sedert een paar jaren les ge
ven, staan, naar het oordeel der commissie, niet op de hoogte van
hare voorgangsters. Zij is niet in de gelegenheid geweest de directrice
die door beschaving uitmunt, zelve les te hooren geven.
Ook van de bijzondere Diakonieschool der Nederlandsche Hervormde
gemeente (van haren hoofdonderwijzer inzonderheid) mag de commissie
even als in vorige jaren, steeds met allen lof gewagen.
Bij het schoolbezoek aan de bijzondere school voor Katholieken
(Instituut St.-Antoine) heeft de commissie met genoegen meer orde en
tucht dan in 't vorig jaar waargenomen. Over den gang van het on
derwijs aan die inrigting was zij minder in de gelegenheid gesteld te
kunnen oordeelen, daar bij ieder bezoek de hoofdonderwijzer eene lange
toespraak hield tot zijne leerlingen en de hulponderwijzers zich onledig
hielden met schrijf- en leesles te geven.
Over het onderwijs aan de bijzondere scholen voor jonge jufvrouwen