BIJLAGE D. 88 Beredeneerd Verslag omtrent den toestand van liet middelbaar onderwijs in de gemeente Breda over het jaar 1870. De inrigtingen van middelbaar onderwijs binnen deze gemeente heb ben in het afgeloopen jaar geene in 't oog vallende verandering onder gaan wat omtrent haren toestand te zeggen valt, zal zich dus meerendetls in vergelijkende beschouwingen en in eenige gevolgen, daaruit af te leiden, oplossen. DE HOOGERE BURGERSCHOOL, die als de belangrijkste dier inrigtingen op den voorgrond dient te staan, telde, blijkens een vorig verslag, bij den aanvang van den cursus, die met September 1809 werd geopend, 71 leerlingen, die aan het onderwijs in alle vakken deelnamen, benevens 22 zoogenaamde toehoor, ders voor enkele lessen. Later voegden zich daarbij 4 van de eerste, en 5 van de tweede soort, zoodat. in den loop van gemelden cursus van de school werd gebruik gemaakt door: 75 leerlingen voor alle vakken en 27 voor enkele lessen, van welke bij het einde van den cursus nog aanwezig waren: 65 voor alle vakken en 17 voor enkele lessen. Het verschil tusschen deze twee laatste opgaven wordt, voor zooveel de eerste daarbij genoemde cathegorie van leerlingen betreft, goedge maakt, vooreerst door de omstandigheid, dat een drietal van deze met gewenschten uitslag deelnamen aan het vergelijkend ad missie-examen voor de Koninklijke Militaire Akadeniie; ten andere door de overwe ging, dat er onder een zoo groot aantal ligt eenigen zijn, die onwille keurig tot eene andere bestemming geroepen worden. Bij hen, die slechts aan enkele lessen deelnemen, kan zulke aanzien lijke afwisseling niet wel eene andere oorzaak hebben, dan dat de leerlingen, na zich te weinig voorbereid te hebben aangemeld, bij de minste teleurstelling, weder even ligtvaardig wegblijven; en inderdaad het 'een en ander is zoo zeer het gevaldat de zoogenaamde toehoorders niet zelden den geregelden gang- van het onderwijs min of meer belem meren, immers dat men hen, in het belang der geheele inrigting, niet als de meest welkome gasten kan beschouwen. Trouwens het is te voorzien, dat dit bezwaar allengs minder zal worden, dat de ondervinding zal leeren, dat het bijwonen van eenige lessen slechts voor enkele tamelijk ontwikkelde jonge lieden, die zich voor een bepaald vak willen voorbereidengoede vruchten kan dragen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1870 | | pagina 90