90 een getuigschrift van daaraan ten genoegen der commissie te hebben voldaan, uitgereikt. Het. getuigt tegelijk voor de deugdelijkheid van het onderwijs en voor den goeden aanleg en de vlijt dier jonge lieden, dat deze uitslag na driejarige studie werd verkregen; en de commissie aarzelt niet den wensch uit te sprekendat de school aan hare zorg toevertrouwd zich dikwerf in het bezit van zulke leerlingen zal mogen verheugen. Het is voorts hier de plaats niet om ten aanzien van gedacht examen in vele bijzonderheden te treden, maar tot leering mag dienen, dat hier even als elders de vorderingen in de wiskundige en natuurkundige we tenschappen in 't algemeen meer voldoende werden bevonden dan die in de letterkundige vakken. Hoogstwaarschijnlijk is dit voor een groot deel daaraan toe te schrij ven, dat de exacte wetenschap voor bet jeugdig hoofd, dat daarmede min of meer vertrouwd begint te worden, naar den regel meer aan- aantrekkelijks heeft dan de beoefening van talen en letterkunde, waarvan de practiscke resultaten niet zoo dadelijk in liet oog vallen. Misschien ook valt liet moeijelijker tusschen onderscheidene docenten in de laatstgenoemde vakken overeenstemming te verkrijgen, en gewis wordt dit niet bevorderd, wanneer er in het onderwijzend personeel zooveel afwisseling plaats heeft, als bij onze Hoogere Burgerschool, althaus ten aanzien van de vreemde talen, bet geval was. In ieder geval, zoo lang de eiseben der wet onveranderd blijven, zal bet noodig zijn, de aandacht op dit punt gevestigd te houden. Van drie leerlingen, die in bet vorig jaar den vierden cursus volg den, konden twee tot den vijfden worden toegelaten. Voor den derden werd zulke bevordering niet wensckelijk geaelit. Dit laatste lot viel mede ten deel aan zeven leerlingen uit den derden cursus, terwijl twee anderen niet goedvonden aan het overgangsexamen deel te nemen. De dertien overige gaven, hetzij onmiddellijk, hetzij bij een herexa men na de vaeantie, voldoende bewijzen van bekwaamheid om tot den derden cursus te worden geadmitteerd. Veel minder gunstig was de uitkomst bij den tweeden cursus, ver mits van de een en veertig leerlingen slechts veertien bekwaam werden bevonden om tot den derden cursus over te gaan, en dus niet minder dan zeven en twintig bleven zitten, van welke echter drie na de va eantie niet zijn teruggekomen. Worden deze cijfers voorts in verband gebragt met die, welke hiervoor omtrent de aanwinst van nieuwe leerlingen zijn opgegevendan volgt daaruitdat het nieuwe schooljaar is begonnen in den 2Sn cursus met 36 leerlingen voor alle vakken en 1 toehoorder, 3" 23 4™ .13 5en 2 te zamen 74 13

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1870 | | pagina 92