92
verleende autorisatie niet dan naar gelang der behoefte gebruik was
gemaakt. De Raad heeft echter bij de begrooting voor het thans loo
pend jaar dezelfde som op nieuw beschikbaar gesteld, en zoo zal de
leemte, welke ten dien aanzien bestaat, eerlang worden aangevuld.
De verzameling van voorwerpen uit de natuur heeft vrij aanzienlijke
uitbreiding ondergaan, deels door den arbeid van den amanuensis, die
met bijzonder goed gevolg voortgaat zich in het opzetten van dieren
te oefenen, deels door niet onbelangrijke geschenken, waaronder
vooral verdient vermeld te worden eene verzameling van insecten, door
den heer Heijlaerts geordend en welwillend afgestaan.
Yoor de plantenkunde daarentegen ontbreken nog altijd eenige nood
zakelijke hulpmiddelen, en niet minder verdient het aanbeveling, dat
er wat meer voor de boekverzameling worde gedaan, opdat de leeraars
gelegenheid vinden op de hoogte der wetenschap te blijven.
Hebben bij de Hoogere Burgerschool de lichtpunten verre de over
hand, zoodat men zich mag vleijen, dat deze inrigting meer en meer
aan hare bestemming zal beantwoorden, ton aanzien van
DB BURGERAVONDSCHOOL
behoort dit steeds tot de raadselen der toekomst.
Bij een vorig verslag werd vermelddat het toen loopend schooljaar
was geopend met achttien leerlingen, van welke negen in eene voor
bereidende klasse hadden plaats genomen. Onder gedurige afwisseling
is het eerste dier cijfers na enkele maanden tot de helft versmolten
en nadat het onderwijs van het begin van Mei tot September, bij ge
breke van hoorders, geheel had stilgestaan, zag men bij het begin van
een nieuwen cursus, niet meer dan een negental opdagen, waaronder
slechts drie, die tamelijk goed konden lezen en aan de beginselen der
rekenkunde niet vreemd waren.
Het lijdt dus geen twijfel meer, dat de Burgeravondschool, zooals
zij tot dusver was ingerigt, niet valt in den §maak van dat gedeelte
der bevolking, om welker betere ontwikkeling het te doen is; en van daar
dat de commissie niet langer geaarzeld heeft, tegen het einde van het
vorig jaar, na overleg met de directie van het Ïeeken-Instituutaan
den Raad magtiging te vragen, om althans bij wijze van proefneming
de gedachte school naar dat Instituut over te brengen, en met de af-
deeling bouwkundig teekenon te vereenigen. Zij vleit zich, langs dien
weg aan beide instellingen eene betere toekomst te bereiden, daar het
onbetwistbaar is, dat gemelde afdeeling, in den laatsten tijd mede zeer
karig bezocht, van hare zijde aan een voorbereidend onderwijs, met
name in de beginselen van reken- en meetkunde, grootelijks behoefte
heeft, en omdat dergelijke maatregel elders met goeden uilslag is
bekroond geworden.
De Burgeravondschool verkeert dus in een tijdperk van overgang,
en de commissie meent vrijheid te hebben, zonder ten haren aanzien
in verdere bijzonderheden te treden, de aandacht te vestigen op het