93
TEEKEN-INSTITUUT.
Blijkens het verslag der commissie, welke met het dagelijkseh be
heer dier instelling is belast, werd het onderwijs in de hoofdafdeeling
aan het handteekenen gewijd gedurende de eerste maanden van het
vorig jaar, door 130 leerlingen vrij getrouw bijgewoond, en is dit getal
bij den aanvang van eenen nieuwen cuisus tot 144 geklommen.
Men had tevens reden om over de vorderingen zeer tevreden te zijn
en ten bewijze moge strekken, dat bij bet einde van den vorigen cur
sus, voor prijsteekeningen niet minder dan 28 belooningen, met name
9 medailles en 19 getuigschriften konden worden uitgereikt. De Ko
ninklijke medaille viel aan een leerling in de hoogste klasse der onder-
afdeeling figuurteekenen ten deel.
Meer bijzonder verdient vermeld te wordendat men zich bij het
aanwenden der methoden Dupuis en Hendrix bij voortduring zeer wel
bevindt, en dat er in het perspectiefteekenen uitnemende uitkomsten
zijn verkregen.
Het eenige nagenoeg wat te betreuren valt is, dat er van jaar tot
jaar minder leerlingen zijn, die, na de onderafdeelingornamentteeke-
nen te hebben doorloopenaan bet. onderwijs in het boetseeren verkiezen
deel te nemen, hoezeer deze kunst in vele bedrijven zoo bijzonder te
stade komt.
Minder gunstig luiden de berigten aangaande de hoofdafdeeling:
bouwkundig teekenon, niet slechts, omdat het getal der leerlingen,
die zich daarbij laten inschrijven, dat voor eenige jaren niet zelden
50 bedroeg, allengs tot ongeveer 20 is gedaald, maar vooral omdat
ook die ingeschrevenen zeer ongeregeld opkomen, zoodat men bepaal
delijk gedurende dezen winter ten hoogste op een achttal heeft kunnen
rekenen.
De hoofdoorzaak van dien teruggang ligt vermoedelijk in de omstan
digheid, dat zijdie zich voor het onderwijs aanmelden, meerendeels
zijn ambachtslieden, en dat van deze niet zelden ook in de avonduren
diensten worden gevergd; maar toch, het zou anders zijn, indien
het onderwijs betere vruchten opleverde, indien zulke leerlingen
ondervonden dat het hun wezenlijk voordeel aanbrengt. Daartoe is
echter noodigdat men zich rekenschap wete te geven, waarom een
gebouw zoo en niet anders in teekening moet worden gebragt, met
andere woorden, dat de leerling eenigzius met de beginselen der wis
kunde bekend zij, om dan van eenvoudige zaken tot meer zamenge-
stelde op te klimmen; en de commissie van beheer heeft uit dien hoofde
reeds in het vorig jaar niet alleen aan het onderwijs eene meer gelei
delijke rigting gegeven, maar tevens gebruik makende van de welwil
lendheid van den heer van Erveopzigter bij de ontmanteling der
vesting, die aanbood daartoe behulpzaam te zijn, een zeer elementair
onderwijs in de evengenoemde beginselen georganiseerd.
Het ligt voor de hand, dat deze maatregel, en niet minder de