97
ONDERSTEUNDEN.
In 1870 hebben wij ondersteundals
Voortdurend,
63 hoofden van huisgezinnen en 238 eenloopende personen.
Tijdelijk.
358 hoofden van huisgezinnen en 214 eenloopende personen.
Dit levert, in vergelijking met het jaar 1869, een verschil in minder
op van 23 hoofden van huisgezinnen en 4 eenloopende personen.
De voorschotten ter zake van onderstand, verstrekt aan armen, die
volgens de wet van 28 Junij 1854 elders domicilie van onderstand
haddenbedragenals
a. Voor bedeeling in geld, brood, kleederen, ligging-en
dekkingstukken, uitbestedings- en transportkosten. f 1810 28
b. Voor genees- en heelmiddelen en breukbanden- 300 90
c. Voor verpleging in gasthuizen- 1514
zamen. 3625 18
Tot verhaal van bovengenoemde voorschotten over 1870, zijn opge-
gemaakt en aan 108 gemeenten verzonden 243 deelaratiën.
Op ultimo December 1870 bleef aan kosten van onderhoud terug te
vorderen, als:
Over 1865,/ 21.50; over 1867,/ 19.50;
1868, - 4.52; 1869, - 54.39;
1870, 619.75.
De vordering over 1865 spruit voort wegens de verpleging in het
gasthuis van de toen nog minderjarige Anna Wijneke, wier vader in
Nederland geboren is, doch omtrent wiens domicilie van onderstand
geschil ontstond tussehen hot ltijk en de gemeente Maastricht. De
uitspraak van dit geschil is thans hangende bij den Raad van State.
De vorderingen over 1867, 186S en 1869 zijn dubieus, omdat de
betrokken gemeenten weigeren de kosten wegens geneeskundigen onder
stand terug te betalen, terwijl heeren Gedeputeerde Staten van Noord
brabant bezwaar hebben die gemeenten tot betaling aan te sporen.
Wat de vordering over 1869 aangaat, hierop is dezer dagen door
de gemeente Wageningen, die slechts de betaling had uitge
steld, betaald 46.80, weshalve weinig over dat jaar te verhalen
overblijft.
Het armbestuur stelt zich voor af te wachtenwelke gemeenten ook
zullen weigeren de in 1870 gemaakte kosten ter zake vau geneeskun
digen onderstand terug te betalen, om daarna aan u een voorstel te
doen met betrekking tot al de overblijvende dubieuse pretentien.
7