97 akte van toelating kan overleggen, veel meer in die talen en hare letterkunden zóó te huis is, dat hem met vertrouwen het onderwijs kan worden opgedragen; terwijl wanneer dit al gelukt, met deze vondst nog moet samentreffen, dat ieder der twee andere docenten willens en gerechtigd is, hetzij de geschiedenis, hetzij de aard rijkskunde voor zijne rekening te nemen. In één woordde moeielijkhedendie uit deze gedwongen com binatie van als 't ware heterogene leervakken, gedurende een paar jaren zijn gerezen, waren zoo groot, dat de Commissie meer dan eenmaal in verzoeking heeft gestaan op de benoeming van een vierden leeraar in de letterkunde aantedringenmaar werd aan deze verzoeking tot dusver weerstand geboden, zij acht het thans plicht, dien wensch in verband brengende met wat hiervoor omtrent de nadeelen aan een vierjarigen cursus verbonden, is gezegd, den Raad bepaald in overweging te geven te besluiten, dat tegen het begin van een volgend studiejaar, tegelijk aan het programma der Hoogere Burgerschool een vijfde cursus, en aan het onderwij zend personeel in de litterarische vakken een leeraar zal worden toegevoegd. Na opzettelijke beraadslaging en in overleg met den directeur kan de verzekering gegeven worden, dat de eerste dier maatregelen geene verdere uitbreiding aan den laatsten te gevenzal noodig makenvermits het grooter aantal lesuren gevoegelijk tusschen de docenten kan worden verdeeld. Voorts verdient het opmerking, dat geenszins de intentie is, hetzij het onderwijs hooger op te voeren, hetzij voor de eerste toelating lagere eischen te stellenmaar enkelen eenvoudig, onder behoud van dezelfde grenzen, aan de leerlingen meer tijd te gun nen om dc leerstof te verwerken, opdat hun ijver betere vruchten drage, en met name te zorgen, dat zij, die zieh met een minder hooge vorming moeten vergenoegen, deze geheel ontvangen. Het voorstel heeft alzoo ook niet de strekking om met het meer uitge breid lager onderwijs in concurrentie te treden; veeleer wordt op betere aansluiting bij voortduring hooge prijs gesteld. De veranderingen in het onderwijzend personeel, waarvan reeds sprake is geweest, waren inderdaad niet gering. Nauwelijks had het jaar 1871 een aanvang genomen, of de gezondheidstoestand van den leeraar Ten Berge, wien het onderwijs in de Nederland- sche taal en letterkunde en in de geschiedenis was toevertrouwd noodzaakte hem zich van allen arbeid te onthouden, en slechts drie a vier maanden later zag men zich, door liet. overlijden van 7

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1871 | | pagina 100