99 lingen niet te klagen, en die uitzonderingen bepaalden zich tot tekortkomingen aan de discipline, waartoe misschien door zwak heid bij een der vertrokken docenten de eerste aanleiding is gegeven. Het lokaal der Hoogere Burgerschool voldoet bij voortduring in vele opzichten aan de verwachtingmaar is daarom niet vrij van gebreken. Tot de laatste zijn te rekenengebrekkige luchtverver- sching in sommige vertrekken; moeielijkbeid om andere des win ters behoorlijk te verwarmen, en bekrompenheid van ruimte om instrumenten, naturaliënboeken enz. te bergen. Vindt de Raad goed aan het onderwijs een vijfden cursus toe te voegen, er zal eene nieuwe leerzaal noodig zijnen streng genomen kan deze voorloopig worden gevonden door splitsing van een der ver trekken aan de noordzijde. Evenwel schijnt het voor de toekomst meer aanbeveling te verdienen, dat de kamer, die thans voor een chemisch laboratorium is ingerichttot eene gewone leerzaal worde gemaakt, en dat gedacht laboratorium door een ander in den tuin te bouwen worde vervangen. Daardoor zou niet alleen meer ruimte kunnen worden verkregen, maar tevens het bezwaar wor den weggenomen, dat zich soms schadelijke gassen door het ge- heele gebouw verspreiden. De verzamelingen van werktuigen voor het onderwijs in de natuur- en scheikunde, en van voorwerpen uit de natuur, hebben in het afgeloopen jaar niet onbelangrijke uitbreiding verkregen; de laatste deels door geschenken van belangstellenden, deels door de werkzaamheden van den amanuensis, die in het prepareeren en het opzetten van dieren zoo goede vorderingen heeft gemaakt, dat de subsidiëndaaraan besteedkunnen gezegd worden zeer rijke vruchten te dragen. Tot aanschaffing van onderscheidene instrumenten werd men in staat gesteld door het restant van de buitengewone toelagedaartoe voor ruim drie jaren door den Raad verleend, welk restant bij de begrooting van 1871 andermaal beschikbaar werd gesteld. Er wordt echter vastgehouden aan het stelsel, dat zulke aankoopeu slechts naargelang van de behoeften behooren te geschieden, en zoo zal er van gedacht restant alweder iets overblijven, dat de Commissie hoopt op de begrooting van het volgend jaar terug te vinden. Ten aanzien van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1871 | | pagina 102