107
Veertig jongelieden werden bij den aanvang van den cursus
187,/72 voor het eerst tot de lessen toegelaten; bijna allen voor
de eerste hoofdafdeeling zijndewerden ze geplaatst in de 1ste
afdeeling: lijnteekenenen zijn sinds dien tijd in de volgende
afdeelingen overgegaan.
Met veel vrucht legden vele leerlingen zich toe op de perspectief
deze, zoowel als de methoden van Dv.puis en llendricxwerden
door de leerlingen der verschillende klassen achtereenvolgens beoefend.
Tot leedwezen der Commissie blijft het getal leerlingen der
afdeeling boetseeren steeds zeer gering.
De 22 leerlingen van de laagste klasse der afdeeling bouw-
teekenkunde zijn bijna allen van de andere hoofdafdeeling tot
deze overgegaan; de leerlingen van de beide hoogste klassen woon
den reeds vroeger de lessen in de hoofdafdeeling bouwteeken-
kunde bij.
Het onderwijs in deze hoofdafdeeling werd gegeven, zooals in
het vorig verslag vermeld is; de meer rationeele methode, over
eenkomende met de eischen en de kennis der bouwkunde aan den
ambachtsman te stellendroeg bij eenige leerlingen goede vruchten.
De klachten over deze hoofdafdeeling blijven voortdurend de
zelfde; ze te herhalen zou eene kopij geven van het vorig verslag.
Gebrekkige kennis van wat op de lagere school geleerd is, geen
weetgierigheid of lust om meer kennis te vergaren, gepaard met
onophoudelijk verzuim der lessen, ziedaar de ervaring in het afge-
loopen jaar bij vernieuwing opgedaan. Enkele goede leerlingen
zijn zoovele lichtpunten, welke de onaangename taak van den
ijverigen leeraar niet geheel en al hopeloos maken.
Of verbetering mogelijk is, zonder radicale verandering der in
richting zal de Commissie hier niet beslissen.
Gedurende den winter van 1870 werd in de lokalen van het
Teekeninstituut een cursus gegeven in meet-, reken-, aardrijks
kunde en Nederlandsche taal, tevens dienende als Burgeravond
school.
De Commissie heeft over dien cursus geen oordeel uittespreken
alleen dit wil ze constateerendat die lessen, hoewel aanvanke
lijk door eenige weinigen trouw bijgewoondspoedig geheel moesten
ophouden bij gebrek aan toehoorders; met uitzondering van drie
leerlingen, welke door hun opzieners gezonden werden, bezocht
weldra niemand de lessen.
In Januari 1872 zullen die lessen weder aanvangen.