De rogrent, groot één oud loopen, is afgekocht door den armen van het oostkwartier te Oosterhout, voor de som van. 39.54 en de geldrenten, respectivelijk groot 0.52', 0.315 ƒ0.70 en 4.50, door: Mr. Jac. W. van den Biesen te Ginneken voor10.50 De administratie der St.-Antoniuskerk alhier voor. 6.30 Embreeht van Groesen te Wagenberg voor14. Den heer J. A. J. Meijers te Antwerpen voor90. Behalve de voormelde sommen berust nog bij ons de som van 34.40, wegens afkoop eener rent in 1870. Dewijl nu en dan steeds renten worden afgekocht, heeft het armbestuur de weder - beleggiug der voornoemde gelden voorloopig uitgesteld, in afwach ting dat die gelden nog eenigszins aangroeien. Aan collecten aan de huizen is ontvangen ƒ758.88', welke ont vangst 91.21 minder bedraagt dan in 1870. Van de eerstge- rnelde som moet worden afgetrokken 68.295, welk bedrag is uit betaald aan den collectant, die 9°/0 geniet van de door hem wekelijks ingezamelde giften. De reden waarom minder gecollecteerd wordt kunnen wij niet gissen. Aan ijver ontbreekt het onzen collectant niet. De giften in de huwelijksbus beliepen in 1871 44.85, dat is 6.68 minder dan in 1870. Die giften worden van jaar tot jaar minder. Ontvingen wij in 1870 aan armgelden van Notarissen de som van 41.30, in 1871 is ter voormelde zake niets ontvangen. Jaarlijks worden de Notarissen, gevestigd te Breda, Teteringen, Ginneken en 's Princenhage verzocht om bijaldien door lIEd. arm gelden ten behoeve van den Bredaschen armen mochten bedongen en ontvangen zijn, die gelden alsdan te willen afdragen, terwijl steeds terzelfder gelegenheid het belang onzer armen aan hunne welwillend heid wordt aanbevolen. Aan subsidie van de gemeente hebben wij ontvangen 10500, dat is 1000 minder dan in 1870. Door de jongens, besteed in het jongensgesticht der Vereeniging van den H. Vincentius alhier, is, tot tegemoetkoming hl de kosten van hun onderhoud, uit hunne verdiensten bijgedragen de som van 56.70. In dat gesticht waren op 31 December 1871 vijf jon gens voor rekening van het burgerlijk armbestuur besteed. Bovendien hebben bijdragen plaats gehad, als: Door Johauna v. d. Borst, bestred in het gasthuis, ad. 200. M. A. J. Rijken, laatst wed. van W J. Bleijsi. 65.—

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1871 | | pagina 115