115 De overschrijving van al die sommen heeft kunnen plaats hebben van het artikel „Bedeelingen in geld." In 1871 zijn voor rekening van het burgerlijk armbestuur be graven 35 personen. In 1870 beliep dit getal 24 personen. Gedurende het jaar 1871 zijn door het burgerlijk armbestuur verzonden 108 brieven, terwijl zijn ingekomen 49 brieven en stukken van bijzonderen aard. De boeken en de kas van den rentmeesterop de bij de armen- verordening bepaalde tijdstippen opgenomen, hebben wij steeds in goede orde bevonden. In het jaar 1871 zijn door ons gehouden 43 vergaderingen. Buiten de vergaderingen wordt geen vaste onderstand toegekend noch geregeld, en de armen die eenige ondersteuning willen ge nieten, zijn verplicht, het daartoe strekkende verzoek in onze ver gaderingen te doen. Geneeskundige hulp, die meestal urgent is, wordt op de eerste aanvraag verleend. Ook bij dringende noodza kelijkheid wordt geldelijke ondersteuning verstrekt op het oogenblik dat ons de behoefte bekend is, doch de regel blijft, dat de aan vraag om onderstand plaats hebbe in onze vergaderingen. Die regel waarvan het ons onnoodig toeschijnt het nuttige te betoogen, heeft tot onvermijdelijk gevolg, dat vooral in den winter eene massa verzoekers in onze vergaderingen verschijnen, eene massa, in eene enkele vergadering vaak zeventig personen beloopende. Tot hand having van de orde onder de armen, én ter gelegenheid onzer ver gaderingen én bij de wekelijksche uitdeeling van geld en brood, mogen wij steeds de bereidvaardige hulp onzer gemeentelijke politie ontvangen. De armen, alvorens geneesmiddelen te kunnen erlangen in de stads-apotheekmoeten voorzien zijn van een bewijs van het arm bestuur, welk bewijs geldig is voor ééne maand. Zoodanige be wijzen nudie vaak vier- tot vijfmalen verlengd wordenzijn er in het jaar 1871 afgegeven 899. In 1870 beliep het getal daar van 960. Dewijl voor één huisgezin soms 4 tot 5 bewijzen voor geneesmiddelen in den loop des jaars worden afgegeven, en zoo danig huisgezin bij het opmaken van het getal der ondersteunde huisgezinnen, dat getal slechts met één vermeerdert, strekt het tal afgegeven bewijzen niet tot kenmerk dat meer of minder huis gezinnen of personen gemeesmiddelen genoten hebben. Door de stads-vroedvrouw Mej. Luijpen,is verloskundige hulp verleend aan 29 behoeftige kraamvrouwen. Van Mej. Hcijbrink, die gewoonlijk meer verlossingen doet, zijn de opgaven achterwege

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1871 | | pagina 118