117 Het zal u niet moeilijk vallen te beseffen dat de vermindering van den geldelijken ouderstand enkel het gevolg is van nauwge zette uitoefening der taak die ons is toevertrouwd en van onze volhardende zorg om van lieverlede tot de gewenscbte inkrimping van uitgaven te geraken. Yan alle soort onderstand is die in geld en brood de meest, zoo niet uitsluitend, ges.ckikte, om daarop de voorgenomen maatregelen van zuinigheid toe te passen. Als de aanvraag om onderstand gegrond is op ziekte, jeugd of ouder dom, brengt onze roeping mede hulp te bieden, zonder bij machte te zijn, de uitgaven die er uit voortspruiten te besnoeien. Het zou ons niet zwaar vallen op goede gronden aantetoonen, dat het ruim verleenen van onderstand evenzeer den arme schaadt als de maatschappij waarin hij leeft; doch overtuigd, dat u, Mijne Heeren, daarin met ons niet, van gevoelen zullen verschil len mogen wij ons ontheven achten van de taak het bedoelde betoog te leveren; en alleen maken wij er melding van in dit verslagom u in ruimen zin de grondbeginselen te doen kennen die bij de toekenning van onderstand worden inaebtgenomen. Tot de mogelijkheid om eene besparing op de subsidie te kun nen doen, beeft ook medegewerkt, dat voor de verpleging van personen in bet stedelijk ziekenhuis minder is moeten betaald wor den dan in bet vorige jaar de som van ƒ1045.115. Daarentegen is voor bestedelingen meer uitgegeven 539.64. De vermeerdering van bet getal ondersteunden, zooals blijkt uit de biervoor gedane mededeeling, baart ons geen zorg. Het getal der voortdurend ondersteunden is aanmerkelijk verminderd en alleen dat der tijdelijk ondersteunden vermeerderd. Onder deze laatsten bebooren die armen, die met geneesmiddelen zijn ondersteund, en bet getal van ben is alleen vermeerderd tengevolge van de ge- heerscht hebbende pokziekte. Zooals hiervoor blijkt, zijn dan ook in 1871 1156 recepten meer afgeleverd dan in 1870. De wijziging van de armenwet heeft voor onze gemeente geene drukkende gevolgen. Het meermalen geopperde bezwaar, dat na die wijziging de gemeenten elkander de armen zouden toekaatsen, wint, zooveel Breda aangaat, in de praktijk niet aan gewicht. Mogen al enkele gemeenten zich kleingeestig betoonen, over het geheel hebben wij omtrent de gewijzigde armenwet geen reden tot klagennoch uit een administratief, noch uit ecu fmantieel oogpunt. Behoort bet maatschappelijk onderwijs ouder de middelen om tot vermindering der armoede te geraken, dat onderwijs wordt door ons bevorderd, voor zooveel wij macht en invloed hebben

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1871 | | pagina 120