29 In 1870 zijn weder geene kapitalen opgenomen. Van vroegere geldleeningen is in 1871 afgelost ƒ6245, en op den lsten Janu- arij 1872 bedroegen de gezamenlijke aflossingen 51570. Van den toestand van het in 1862 opgerigt pensioenfonds voor de gemeente-ambtenaren en bedienden, deelen wij het volgende overzigt over 1871 mede: Ontvangsten. 1". Bijdragen van 52 gemeente-ambtenaren en bedienden: a. Aan afloopende korting502.86' b. doorloopende korting. 295.42' 798.29 2°. Renten van belegde kapitalen202.50 3°. de geldsom in de spaarbank8.69 4°. Het restant-kapitaal inde spaarbank voorhanden.. 267.25 Totaal. 1276.73 Uitgaven. 1Uitkeering van vier pensioenenals aan een be diende van het armbestuur, een agent van politie, een commies der plaatselijke belastingen en een rentmeester bij het burgerlijk armbestuur720.59 2". Gelden gestort in de spaarbank526.14 3°. Toelage aan den gemeente-ontvanger30. Totaal. 1276.73 Het pensioenfonds is in het bezit van gemeld kapitaal van 526.14, rentende 3%, alsmede van 9 schuldbekentenissen ten laste der gemeente, ieder groot ƒ500, dus te zamem 4500, rentende 4'/27o-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1871 | | pagina 32