36
De leuningen bij de bruggen en langs de waterkanten worden
goed onderhouden.
De leuning langs de rivier de Mark buiten de voormalige W ater-
poort is geheel vervallen.
Een verhoogd voetpad ten dienste der scheepvaart werd gelegd,
in verband met eene verbetering van don weg, leidende naar den
staatsspoorweg, waarin ten gevolge van het slechten der vesting
werken weldra zal moeten voorzien worden.
De toestand der rivier de Mark is dit jaar zeer afwisselend ge
weest. Nu eens was het water zeer hoog, dan weder zóó laag,
dat de schroefbooten niet naar Breda kouden stoomen, maar
onderweg moesten blijven liggen; veroorzaakt doordien bij zware
regenbuijen liet overtollige water plotseling van België afkomt,
waardoor de landerijen bij de rivier gelegen onder water gezet
wordenof wel door de voortdurende tappingen die des zomers
geschieden, om de beneden Breda gelegen landerijen, vooral die
welke onmiddellijk bij het Sas van de Mark en Dintel gelegen zijn,
des zomers van water bevrijd te houden.
De lage waterstand in de rivier, vooral in den zomer, werkt na-
deelig op de algemeene gezondheid, zoodat er met het baggeren
inde haven en grachten is moeten voortgegaan worden, om hier
door versck water uit de buitengrachten te verkrijgen en geregeld
te kunnen spuijen. Hiervoor is uitgegeven 586.93®.
Het trek- of jaagpad langs de rivier tot Slikgat wordt goed
onderhouden.
De exploitatie is verpacht voor ƒ100 's jaars.
De kaaimuren bevinden zich in voldoenden staat; de verdere
vernieuwing van die aan den Nieuwen weg kwam tot stand.
De beschoeijingen, die ten laste van de gemeente zijn, worden
onderhouden.
Een en ander vereischte eene uitgaaf van ƒ831.90.
Ten aanzien van de algemeene begraafplaats wordt opgemerktdat
de gemeente eene algemeene begraafplaats bezitwantnadat dooi
de kerkfabrieken der drie vereenigde It.-C. parochiën alhier eene
begraafplaats in het gehucht Zuylen onder Prinsenhage voor hare
kosten werd aangelegd, is op den 9den Eebruarij 1829 eene over
eenkomst tusschen die fabrieken en het gemeentebestuur gesloten,
waarbij, onder anderen, bedongen is, dat deze begraafplaats ten
allen tijde zoude dienen zoo voor Roomsche als onroomschc inge-