71 c. Mijnwezen. Steengroeven en steenkolenmijnen bestaan hier niet. d. De visscherij bepaalt zich tot de haven en grachten en is van weinig beteekenis. III. HANDEL EN SCHEEPVAART. a. Binnenlandsche handel. Tweemalen 's weeks, des Dingsdags en Vrijdags, wordt alhier graanbeurs gehoudenalwaar de granen op monsters worden ver kocht, meerendeels voor Hollandsche rekening. Op dezelfde dagen is er eene boter-, kaas- en eijermarktwelke voortdurend druk bezocht wordt. De algemeene dagelijksche marktter verhandeling van alle levensmiddelen en andere benoodigdhedenwerd volgens raadsbe sluit van den 5den November 1870, bij wijze van proefneming, in het voorjaar van 1871 gehouden. Zij werd bij besluit van den 7den October 1871 voor goed vastgesteld. De kermis werd, uithoofde van het heerschen der pokken-epide mie, niet gehouden; de najaarsmarkt werd druk bezocht. De visckmarkt wordt, zoo er visch wordt aangevoerd, dage lijks gehouden. Ofschoon menvolgens de bepalingen van het voor die markt bestaande reglementsteeds een ruimen aanvoer van visch mogt verwachten, is deze echter gering geweesten werden er uit dien hoofde hooge prijzen besteed. De uitvoer van visch in groote hoeveelheden naar het buiten land schijnt hiervan de reden te zijn. Dc binnenlandsche handel bestaat hoofdzakelijk in voortbreng selen van landbouw en van warmoeskruidenin koloniale waren met de omliggende gemeenten, en in artikelen van de hier geves tigde fabrieken en trafiekenwelke naar verschillende plaatsen van het rijk worden verzonden. Een en ander, eene bron van bestaan voor de meeste ingezete nen uitmakende, gaf alle redenen tot tevredenheid. b. Buitenlandsche handel. De voornaamste buitenlandsche handel bestaat in drukwerken, pepermunt, jujubes, chocolade, huidenen sigaren, welke meeren deels naar België en Duitschland verzonden worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1871 | | pagina 74