78 leedwezen moeten constateeren, dat deze nog al veel te wensehen overlaat, en het was haar dan ook duidelijk, dat de desbetreffende klachten van eenige particulieren haar gedaan, niet zonder grond waren. Onder de ziekten, die zich in den loop van het jaar 1871 voor deden, moet vooreerst de typhus genoemd worden. Zij vertoonde zich in de maanden September, October en November; haar aard was over het algemeen niet kwaadaardig; zij eisehte echter een zestal offers. Yan grootere intensiteit was de pokken-epidemie, welke, zooals wij in ons vorig verslag hebben aangetoond, zich op het einde van 1870 in de gemeente, het eerst in het garnizoens-hospitaal vertoonde. Zij verspreidde zich spoedig door de gansche stad. Duidelijk was hier de invloed der inenting zichtbaar op de sterfte- verhouding. De aangetasten, die de inenting hadden verwaarloosd, of bij wie de sporen er van niet duidelijk zichtbaar waren, bezweken bijna zonder uitzondering; terwijl diegenen, welke zich in de laatste jaren aan eene herinënting hadden onderworpen, meestal slechts door varioloïden werden aangetast. De dood kwam vooral bij den miliairvorm voor in het tweede stadium; velen stierven in het laatste stadium ten gevolge van bloedinfectie. Eenige gevallen van variol® cruentse werden waargenomen, welke steeds met den dood eindigden. De maatregelen tot beperking der epidemie werden zooveel mo gelijk genomen door dagelijks de gelegenheid open te stellen voor minvermogenden van zich te kunnen laten herinenten het desinfec- teeren der besmettehuizen, kleederen en beddegoed en het isoleeren der lijders; terwijl in het burgergasthuis een afzonderlijk lokaal was ingericht voor poklijders, waarin er 55 werden verpleegd. Hiervan herstelden 39 en overleden 16. De totale sterfte aan deze ziekte bedroeg 159. Voorts vertoonden zich in de gemeente gevallen van roodvonk met diphtheritische keelaandoening in meerdere of mindere mate. Vele gevallen van rubeolse en enkele gevallen van kwaadaardige keelontsteking zijn te vermelden, alsmede de kinkhoest, welke zich vrij hevig vertoonde en waaraan vele kinderen, ten gevolge van bijkomende pneumonia, bezweken. Aan phthisis pulmonalis en laryngea overleden 44 personen; een bewijs der menigvuldigheid dezer ziekte in onze stad. Ook kwamen vele gevallen voor van apoplexia cerebri, welke aan 17 lijders het leven kostte.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1871 | | pagina 81