VAN HET OPENBAAR ONDERWIJS. S7 Van het onderwijzend personeel, zoo aan de openbare als aan de bijzondere scholenkan de Commissie niet anders dan eeue lof felijke vermelding uitbrengen; aller gedrag was, in zooverre be kend, onberispelijk, hun ijver, voor zooverre de Commissie kan nagaan, prijzenswaardig. HOOFDSTUK II. (Artt. 1636 der wet.) 2. Van de onderwijzers. (Artt. 18 en 30 der wet.) A. Hulp aan onderwijzers verleend. In de eerste school van gemiddeld 100 leerlingen in dag- en avondschool, wordt de hoofdonderwijzer bijgestaan door 3 hulp onderwijzers en 2 kweekelingen. In de tweede of tussehensehool van gemiddeld 330 leerlingen in dag- en avondschool door 3 hulp onderwijzers en 5 kweeke lingen, allen van de normaalschool, en voor de vrouwelijke handwerken door 2 hulponderwijzeressen. De Commissie mocht dit jaar het genoegen smaken, dat aan haar herhaald verzoek aan den Gemeenteraad, om het hulppersoneel aan de armenschool voor jongens te vermeerderen, is voldaan. In deze school van gemiddeld 280 leerlingen, wordt de hoofdonder wijzer nu bijgestaan door 3 hulponderwijzers en één kweekeling. In de armenschool voor meisjes van gemiddeld 250 leerlingen vindt de hoofdonderwijzer hulp in de medewerking van 2 hulp onderwijzeressen en 2 meisjes-kweekelingen. Evenzoo in de her- halingsehool van gemiddeld 15 leerlingen, zoodat aan alle open bare scholen de hulp aan den hoofdonderwijzer verleend, aan de eischen der wet voldoet. Alleen meent de Commissie hier te moeten opmerken, dat het voor den geregelden gang van het onderwijs wenschelijk ware, dat er voortaan spoediger in de eventueel ontstaande vacaturen werd voorzien. Tot haar leedwezen heeft zij, zooals boven is aangemerkt, dit jaar moeten ondervinden, dat aan de eerste school eene hulponder wijzersplaats meer dan 3 maanden onvervuld bleef.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1871 | | pagina 90