88 B. Inkomen der onderwijzers. Aau de eerste school genoot de hoofdonderwijzer ƒ1300 aan vast en ƒ100 aan veranderlijk inkomen, benevens vrije woning. Daarenboven heeft de Gemeenteraad, uithoofde van het gering bedrag, dat deze hoofdonderwijzer aan veranderlijk inkomen ge noot, hem voor het jaar 1871 eene gratificatie van 300 toe gekend. De eerste hulponderwijzer genoot 600 de twee overigen elk ƒ350, één kweekeling 40de andere ƒ30. Aan de tweede of tusschenschool bedroeg het vast inkomen van den hoofdonderwijzer 875, het veranderlijk ƒ418.91, benevens vrije woning, terwijl hij bovendien voor het geven van normaal lessen eene bijdrage uit 's Rijks kas geniet van ƒ350; de drie hulponderwijzers genoten 350, terwijl van de kweekelingen twee ieder eene toelage van 30 van de gemeente en de drie overigen ieder eene toelage van 350 uit 's Rijks kas genoten. Aan de armenschool voor jongens was het vast inkomen des hoofdonderwijzers ƒ800 het veranderlijk ƒ371.13, benevens vrije woning; de twee hulponderwijzers genoten ieder 350 en de twee kweelingen ieder ƒ35. Aan de armenschool voor meisjes genoot de hoofdonderwijzer 800 aan vast, 179.33 aan veranderlijk inkomen, benevens vrije woning, en bovendien eene toelage uit 's Rijks kas van ƒ150 voor liet geven van assistentie bij de normaallessen; de beide hulponderwijzeressen elk 350 en bovendien 50 voor het geven van onderricht in vrouwelijke handwerken aan de tweede of tus schenschool; de beide kweekelingen ieder ƒ25. Nog zij vermeld, dat de hulponderwijzer van Heusen, van de eerste openbare school, voor het geven van onderwijs in het Huis van arrest eene jaarlijksche toelage uit 's Rijks kas geniet van 250. De bezoldiging der hoofdonderwijzers kan alzoo met recht vol doende genoemd worden. Met genoegen mag de Commissie er op wijzen, dat het lot der hulponderwijzers, zoo aan de eerste en tweede school als aan de beide armenscholen eene aanmerkelijke verbetering beeft onder gaan. De Gemeenteraad heeft gehoor gegeven aan hunne gegronde klachten omtrent het karige hunner bezoldiging. Zoo werden de jaarwedden van den tweeden en derden hulp onderwijzer aan de eerste school van 350 gebracht op ƒ400; de bezoldigingen van de hulponderwijzers Stomp en H. Kuijpers

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1871 | | pagina 91