91 Dit cijfer van uitgaven moet worden verminderd met het bedrag- der in 1871 ontvangen schoolgelden ad 4034.50, zoodat ten laste der gemeente is gebleven de som van ƒ6549.95. Schoolbehoeften en schoolmeubelen verkeeren in tamelijk goeden toestand en de gebruikelijke hulpmiddelen van het onderwijs zijn voorhanden en in goeden staat. Wat, de schoollokalen betreft is het overbekenddat de lokalen der eerste school en der armenschool voor jongens veel te wen- schen overlaten. In den loop van dit jaar is de aandacht der Commissie geves tigd geworden op de onderwijzerswoning aan de armenschool voor jongens. Door den hoofdonderwijzer namelijk zijn klachten aangebracht dat door het Bestuur van het teekeninstituut nu en dan gebruik wordt gemaakt van een zijner lokalen en wel van die kamer, die hem tot gewoon verblijf en studeervertrek dient. Daarop is uit ons midden eene commissie benoemd ten einde onderzoek te doen of de onderwijzerswoning aan de eischen der wet voldoet; deze commissie heeft het navolgend verslag uitgebracht: 1°. dat bedoelde woning bestaat uit een woonvertrek aan de straat, eene slaapkamer in gemeenschap met twee donkere vertrek jes, benevens eene keuken, opkamertje en Hinken tuin; 2°. dat de personeele belasting geheel ten laste komt van den Heer van Goor; 3°. dat. eenige malen 's jaars zijn woonvertrek wordt ingenomen en zijne meubelen gebruikt door de commissie van beheer van het stadsteekeninstituut, waardoor hij in zijne werkzaamheden wordt gestoord. Zoodat naar het oordeel van gezegde commissie de hoofdon derwijzer niet in het genot is eener vrije woning, hem bij art. 19 der wet op het lager onderwijs toegekend. Onze Commissie kan niet nalaten de aandacht van den Gemeen teraad op deze aangelegenheid te vestigen, overtuigd dat de Raad, even als onze commissie, op hoogen prijs zal stellen, dat geen hoofdonderwijzer binnen deze gemeente verstoken zal blijven van de rechten hem bij de wet toegekend.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1871 | | pagina 94