58 De ijzeren schroefstoombootdienst Dg nieuwe oudevneynincj werd in den loop van het jaar verplaatst naar Rotterdam. Vergunningen tot het uitoefenen van beroepen en bedrijven, zijn, overeenkomstig het koninklijk besluit van 31. Januarij 1824 Staatsblad N°. 19) door ons verleend, te weten: tot het oprigten van 2 Verwerijen 2 Slagterijeu 2 Smederijen 1 Pepermunt en chocolade fabriek, 1 Broodbakkerij en 1 Leerlooijerij. Een verzoek tot het oprigten eener spekslagerij op de Groote Markt, werd uithoofde van de daartegeu ingekomen bezwaren ingetrokken. Verder werd door ons geweigerd de oprigting eener lucifers fabriek wegens de gevaren van brand in een digt bevolkte buurt. Een beroep bij Gedeputeerde Statenhad ten gevolge dat de adressanten het verzoek introkken, en hunne fabriek overbragten onder de gemeente Teteringen. Vroeger verleende concessien werden niet ingetrokken. Voor verzendingen van goederen uit deze gemeente naar de Oost-Indische bezittingen zijn door ons afgegeven de volgende Certificaten van Oorsprongaan IJzergieters 2 Zadelmakers 24 Passementwerkers 7 Hoedemakers 2 Bierbrouwer 1. Tentoonstellingen van fabrieksnijverheid zijn niet gehouden. b. Verveening. Veenderijen worden iu de gemeente niet gevonden. e. Mijnwezen. Steengroeven en steenkolenmijnen bestaan hier niet. d. De visscherij, die zich tot de haven en grachten bepaalt, beteekent niet veel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1872 | | pagina 61