69 AEMENSCHOOL VOOR MEISJES. l)e bevolking dezer school is sinds het vorige jaar schier on veranderd en alzoo op 250 gebleven. Pe herhalingschool kan niet op vooruitgang bogen. In Januarij werden de lessen bijgewoond door slechts 7 meisjes, in Februarij door 6 en in Maart wederom door 7 en zoo ook in de drie laatste maanden des jaars. In het afgeloopeu jaar zag men nog al eens een twintigtal meisjes op de banken. Het geregeld schoolgaan laat ook hier veel te wenschen over, evenwel is het opmerkelijk dat onder de kinderen der mingegoede burgerklasse het schoolverzuim veel is verminderd, terwijl zij, die tot de lagere en behoeftige klasse behooren voor geen ver betering vatbaar schijnen. 4. Artikel 511 der Wet. Het aantal onderwijzers in 1872 aan de scholen binnen deze gemeente werkzaam bedroeg aan de openbare scholen 13 aan de bijzondere scholen. 19 te zamen. 32 Het getal onderwijzeressen was -. aan de openbare scholen 2 aan de bijzondere scholen. 15 te zamen 17 Yan het onderwijzend personeel, zoo aan de bijzondere als aan de openbare inrigtingen voor onderwijskan de commissie ook dit jaar even als in 't vorige, met voldoening getuigen dat hun "•edrag in zoo verre bekend onberispelijk was. Allen beijverden zich in zooverre de commissie kon nagaanom de hun toever trouwde scholen of onderdeden daarvan in bloei te doen toenemen. HOOFDSTUK II. (Art. 1636 der wet). VAN HET OPENBAAR ONDEltWIJS. Yan de onderwijzebs. (Artikel 18 en 20 der wet). A. Hulp aan de onderwijzers verleend In de eerste school van gemiddeld 100 leerlingen in dag- en avondschool wordt de hoofdonderwijzer bijgestaan door 3 hulp-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1872 | | pagina 72