101 Onze ontvangsten hebben beloopen van 1° Januari tot en met ultimo December 1873ƒ18628.545 en onze uitgaven16980.62 Zoodat op ultimo December 1873 in kas bleef de som vanf 1647.925 Onder die som bevindt zich ƒ1263.40, ter belegging bestemd. Het resteerende strekte, zooveel noodig, tot betaling van schulden op den dienst. KAPITALEN EN BEZITTINGEN. A. Kapitalen. Op den 31. December 1873 stond ten name van de algemeene armen van Breda in de grootboeken der Nederlandsche schuld ingeschreven 1°. Een nominaal kapitaal van ƒ48300.rentende 2'/,0/0. 2°. Een idem n 3400.3°/0. 3°. Een idem 17300.4°/0. Ten laste van vreemde mogendheden bezit het armbestuur: 1°. Twee Russische obligatiën van ƒ1000.a 5°/0, waarvan de afkomende vruchten aan eene schamele arme van den Protestantschen godsdienst en een gelijke arme van den Roomschen godsdienst moeten worden uitgekeerd. Die obligatiën zijn afkomstig van den heer M1'. J. H. Hoeuft, voormalig voorzitter van het tegenwoordig burgerlijk armbestuur. De bedoelde vruchten worden thans genoten door Adriana Waalwijk en de weduwe Rijpaard, geboren Joha, Van Gooi. 2°. Acht stuks obligatiën N. P. Metalliekieder groot fl. '100. ten laste van Oostenrijk, uit de interessen-waarvanjaarlijks de som van 18.moet worden uitgekeerd aan den WEw. h1'. Pastoor der Waterstraatsche Parochie. Aanvankelijk bestonden die obligatiën in eene schuldbe kentenis van 1000.a 5°/0welke aan den armen vermaakt is door wijlen den heer Marijnis Oonincx. 3°. Eene obligatie Poti-Tijlis, groot 1000.5°/0, ontvangen in 1873 van een onbekende, door tusschenkomst van den heer Burgemeester alhier.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1873 | | pagina 105