112 Mag als voornaamste oorzaak hiervan in aanmerking komen dat in de twee laatste jaren nieuwe fabrieken zijn opgericht, niet minder koesteren wij de hoop, dat de voortzetting met het slechten der vestingwerken, ook voor de volgende jaren eene nog grootere uitbreiding van den handel belooft. Omtrent de landbouwproducten valt weinig bijzonders te vermelden: evenals de vorige jaren lieten deze niets te wen- schen over. Wat de aardappelen aangaat, deze gaven eenen grooten voorraad en waren over 'talgemeen genomen goed, hoewel de vele regens en de ziektedie hier en daar in lichten graad heerschte, niet zonder invloed op de kwaliteit zijn geweest. Door het zachte weder in het voorjaar stond in de maand April alles buitengewoon gunstig en herstelde het land, dat door den regen ziek was. De daaropvolgende koude was oorzaak dat het gras aan vankelijk welig opgroeiende veel heeft geledendientengevolge was de hooibouw niet zoo goed als verleden jaar, hoewel het bij het binnenhalen minder tegenviel. Werd zooveel niet besteed als in het afgeloopen jaar, omdat er minder aanvraag was naar Engeland, zoo bleef toch de prijs gemiddeld van f 15.a 16. In den aanvang beloofden de granen eenen goeden oogst doch stonden spits. De haver was slecht en wordt berekend op '/i van de ge wone opbrengst. Boekweit tamelijk. De rogge heeft insgelijks slechts J/3 opgeleverd. De groote uitvoer hield ook dit jaar de boter duurin de waag alhier werden 55500 kilo gebracht. De opbrengst der vruchten was wederom onbeduidend en kan op een half gewas worden berekend. Hierop maken echter de aardbeziën eene gunstige uitzondering en was de handel in dit product, zooals uit bijgaanden staat blijkt, zeer levendig. De Kamer heeft getracht, zoo nauwkeurig mogelijk eene opgave der verzendingen van vruchten en groenten over het jaar 1873 te verkrijgen. A. Vruchten. 1°. Aardbeziën: Naar Holland, 560 Hectol. of 56000 Liters. n Noord-Brabant, 5075 50750 Transporteren.10675 Hectol. of 106750 Liters.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1873 | | pagina 116