117
"Wanneer de Kamer wat de fabrieken aangaat, eene
vergelijking maakt tusschen het jaar 1866, toen
door de Kamer insgelijks een staat is opgemaakt
en 1873 dan vindt men het navolgende verschil.
FABRIEKEN.
1866
1870
FABRIEKEN.
1866
1873
Stoomwerktuigen.
1
1
Waskaarsenmakerij.
3
5
Ijzergieterijen.
•2
3
Grofsmederijen.
9
15
Zeepziederijen.
3
1
Grutmolens.
5
4
Tapijtfabrieken.
1
2
Loodgieterijen.
6
5
Bierbrouwerijen.
5
5
Goud- en zilversme
Pepermunt- jujubes-
derijen.
11
8
chacolade-fabriek.
1
4
Instrumentmakerijen
2
2
Olieslagerijen.
4
4
Haardoekfabriek.
1
1
Gasfabriek.
1
1
Zoutziederijen.
2
2
Pianofabriek.
1
1
Kunstlakkerijen.
2
1
Gouddraadtrekke-
Steenhouwerijen.
2
3
rijen.
2
1
Stroohoedenfabriek.
2
2
Leerlooierijen.
5
5
Spiegelfabrieken.
2
1
Hoeden- en petten-
Steendrukkerijen.
2
3
fabrieken.
5
2
Kunst minerale wa
Passementwerkerijen
6
5
teren.
i>
i
Vuurhaarden en
Pothografen.
3
3
kachel fabrieken.
11
13
Suikerfabriek.
1
Tabak- en sigaren
Stoom marmerza
fabrieken.
5
7
gerij.
1
Boekdrukkerijen.
4
5
Lucifersfabrieken.
2
BleekerijcD.
Touwslagerijen.
3
2
Zijdeverwerijen.
2
2
3
SCHEEPVAART EN OPENBARE MIDDELEN
VAN VERVOER.
De klachten over den lagen waterstand van de rivier de
Mark waren menigvuldig, zoodat de Kamer besloot zich tot
den heer Minister van Binnenlandsche Zaken te wenden ten
einde hierin mocht worden voorzien èn in het belang van den
handel èn niet het minst met het oog op de volksgezondheid
men verzocht tevens dat een vaste waterstand zou worden
aangegeven.
De Kamer hoopt dat ook door het Gemeentebestuur bij even-
tueelen aanleg of verkoop van geslechte vestinggronden niet
alleen op verfraaiing maar tevens op de belangen van de scheep
vaart bij eene daar te stellen ringvaart zal worden gelet.