9 Mr. E. de Man Ez., burgemeester, benoemd bij kon. besluit van den 1. September 1870, N°. 9. E. H. A. Guljé, i wethouders, aftredende de eerste in J. J. L. Ingen-Housz, j 1875 en de laatste in 1878. L. D. G. Teychiné, secretaris, benoemd bij kon. besluit van den 19. Maart 1848, N°. 100. Vaste Commissiën. De vaste commissiën, die naar het voorschrift van de artikelen 54 en 166 der gemeentewet, in de maand December 1873 zijn vernieuwd, zijn de volgende: 1. De commissie van beheer der stedelijke gasfabriek: De burgemeester, voorzitter, de heeren E. H. A. Guljé, F. J. M. HeylaertsL. C. A. de Haan en F. L. C. de Cottignies. 2. De commissie voor het ontwerpen van verordeningentegen wier overtreding straf is bedreigd: De burgemeester, voorzitter, de heeren Mr. J. J. Loke en Mr. J. H. van Mierlo. Terwijl aan eene commissie van drie leden, van welke één ieder jaar aftreedt, het beheer is opgedragen van het pensioenfonds der gemeente-ambtenaren en bedienden; deze commissie bestaat uit de heeren Mr. E. de Man Ez., voor- zittex-, G. van Alphen en Mr. J. H. van Mierlo. Voor het onderzoeken van bestekken en voorwaarden van aanbesteding, van rekeningen en begrootingen, wordt door den raad bij elk inkomend ontwerpeene tijdelijke com missie benoemd. e. Gemeente-ambtenaren en bedienden. De volgende veranderingen hadden in het personeel plaats: De plaats van assistent-klerk der secretarie, in 1873 open gevallen door het veileend eervol ontslag aan J. Bruyns, werd niet vervuld', dewijl daaraan geene behoefte bestond; daaren tegen erlangde de klerk, afdeeling burgerlijken stand P. F. Jamez, zijn pensioen, ten bedrage van 100's jaai's met ingang van den 1. April 1873; hij werd vervangen door J. Smeulders. Tot keurmeester van den visch werd benoemd A. Bank, in plaats van M. J. Grimbei'g, in 1873 eei'vol ontslagen. De concierge van het stedelijk ziekenhuis, tevens ziekenver pleger, D. Vervat, werd op zijn verzoek eervol ontslagen. In

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1873 | | pagina 13