11 eener commissie, om het onderzoek der beste en goedkoopste wijze van riolering der Oude Vest op te dragen aan den ar chitect in overleg met een deskundige. Dit voorstel werd aangenomen. Daar echter tot die overwelving op de wijze als vroeger is begonnen reeds in Augustus 1872 onder goedkeuring van het plan, was besloten, en sedert door een lid daarop is terug gekomen, verklaart de voorzitter dit besluit, als naar zijn oordeel in strijd met de wet en het algemeen belang, in af wachting der beslissing van de hoogere autoriteit, niet ten uitvoer te zullen brengen. Dewijl bij een schrijven van den Minister van Binnenlandsche Zakenkrachtens 's Konings magtigingwerd verklaard dat het voormeld raadsbesluit geenzins in strijd is met de wet of het algemeen belang, zal alsnu door den voorzitter daaraan uitvoering worden gegeven. 8 Februarij. Toekenning van een eervol ontslag aan mej. de wed. P. ,T. J. Michielsen, uit de betrekking van directrice der bank van leening. 8 Februarij. Besluit tot het bouwen eener armenschool voor jongens. 8 Februarij. Toekenning eener gratificatie van 200 aan den hoofdonderwijzer aan de 1. openbare school voor uitge- b reid lager onderwijsvoor verlies aan inkomsten over 4873 22 Februarij. Benoeming van den heer D. J. ICorteweg, tot leeraar aan de hoogere burgerschool en de burgeravond school. 22 Februarij. Regeling en vaststelling der jaarwedden van de gemeente-ambtenaren en bedienden, waaronder die van het onderwijzend personeel. 8 Maart. Benoeming van den heer L. F. Janssen, tot di recteur der bank van leening; terwijl eene commissie wordt benoemd om die bank op te nemen, wier verslag den 7. Junij wordt goedgekeurd. 8 Maart. Afwijzing van een verzoek van J. Stoop, om uit betaling alsnog eener som van f 90.765, wegens in 1870 ten behoeve der gemeente geleverde steenkolen, waarvan de reke ning eerst na den 1. Julij 1871 was ingediend, en wel op grond van een koninklijk besluit (Maart 1873) in eene der gelijke zaak met de gemeente Sneek genomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1873 | | pagina 15