Hoofdstuk IV.
17
GELDMIDDELEN.
De ontvangsten en uitgaven der gemeente volgens de rekening
over het dienstjaar 1872, bij besluit van den raad van den
2. September 1873 voorloopig vastgesteld, hebben in het geheel
bedragen
Ontvangsten 135,340.56.
Uitgaven125,734.63®.
Goed slot9,605.92®.
Bij de begrooting, goedgekeurd door gedeputeerde staten bij
besluit van den 18. October 1872, G, N°. 20, 5. afd., zijn de
ontvangsten en uitgaven voor de dienst van 1873 geraamd
als volgt:
Ontvangsten173,250.55.
Uitgaven173,044,51®.
Vermoedelijk batig slot f 206.03®.
Wij meenen het niet ondienstig te zijn bij den volgenden
staat een volledig overzigt te geven van de schuld dezer ge
meente op den 1. Januarij 1874, en van de daarop sedert 1860
plaats gehad hebbende aflossingen.