36 de benoeming van laatstgemelde werd echter, ten gevolge van zijn vertrek uit de gemeente, bij koninklijk besluit van den 15. December daaropvolgende, N°. 21, ingetrokken. Verder werd bij Z. M. besluit van den 17. November 1873, N°. 19, tot majoor-kommandant benoemd de heer J. L. Beijens. Door deze benoeming is in eene sedert lang gevoelde behoefte voorzien, en mag men zich met deze keuze verblijden, daar de heer Beijens, zoo door zijnen onafhankelijken stand in de maatschappijals door zijne vroegere eervolle militaire loopbaan, de juiste man is om van de schutterij onzer gemeente een degelijk korps te maken. De vruchten van zijne militaire kennis, goed beleid en overleg zijn dan ook thans reeds zigtbaar. Aan den heer Sprengers werd bij zijn ontslag de vergunning verleend om de activiteits-uniform met de onderscheidings teekenen aan zijnen rang verbonden te blijven dragen; terwijl hij bij koninklijk besluit van den 18. October 1873, N°. 17, met het eereteeken voor langdurige werkelijke dienst werd begiftigd. Eindelijk werd bij koninklijk besluit van den 19. November 1873, N°. 18, de kommandant der schutterij gemagtigd, om namens die schutterij een door eenige dames vervaardigd vaan del aan te nemen, en toegestaan dat het door die schutterij worde gevoerd. Op den 19. Februarij 1874 had de plegtige uitreiking van dat vaandel plaats. In de kleeding der schutterij wordt behoudens enkele uit zondering voor kosten der gemeente voorzien. De wapenen worden van rijkswege verstrekt, doch voor rekening der gemeente onderhouden. Kleeding en wapenen bevinden zich in goeden staat. De wapenoefeningen en inspectiën hebben geregeld plaats gehad. De kosten der schutterij hebben bedragen: a. tractementen b. kleeding c. wapening d. toelage aan het muziekkorps e. vuur, licht en schrijfbehoeften van den schut tersraad f. kosten van dagvaardingen Totaalƒ1829 43 675 524 228 300 100 2 07 11 25

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1873 | | pagina 40