62 Door ons zijn, overeenkomstig het koninklijk besluit van den 31. Jaunarij 1824 Staatsblad N°. 19) vergunningen uitgereikt tot het uitoefenen van beroepen en bedrijven te weten: 3 kuiperijen. 3 broodbakkerijen. 2 slagterijen. 1 droogerij van visch. 1 smederij. Bij besluit van gedeputeerde staten van den 17. April 1873, G, Nos. 115120, 2e afd., werd aan de maatschappij tot ex ploitatie van staatsspoorwegen toegestaan het plaatsen van een stoomketel met toebehooren in het reservoirgebouw buiten de voormalige Waterpoort. Bij gelijk besluit van den 23. October 1873, G, N°. 13, 2e afd., werd vergunning verleend om in eene wollen- en zijden stoffenverwerijindeGinnekenstraat, een stoomketeltje te plaatsen. Een verzoek tot het oprigten van een lompenmagazijn aan de Haven werd met het oog op de algemeene gezondheid, door ons afgewezen. Een beroep bij gedeputeerde staten, had ten gevolge dat ons besluit werd gehandhaafd. Verder werd door ons geweigerd de oprigting eener grof- en kagchelsmederij en een koperslagerij in de Visscherstraat in de onmiddellijke nabijheid van het oude vrouwenhuis en van twee bijzondere scholen. De adressanten kwamen hiertegen in verzet bij den Koning, met het gevolg dat deze zaak thans aanhangig is bij den raad van state. Tentoonstellingen van fabrieksnijverheid hadden niet plaats. b. Verveening. Veenderijen worden in de gemeente niet gehouden. c. Mijnwezen. Steengroeven en steenkolenmijnen bestaan hier niet. d. Visscherij. Deze bepaalt zich tot de haven en grachten, en is van weinig beteekenis.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1873 | | pagina 66