Hoofdstuk XIII. 64 redenen tot klagen hadden. Het getal schepen, welke de haven in- en uitgevaren zijn, bedroeg 961, metende 53507 tonnen, waaronder niet zijn begrepen de vaartuigen, die in de buitenhaven ten behoeve van den staatsspoorweg hebben gelost en geladen, waarvan het getal niet juist kan worden opgegeven. Het getal schepen van 10 tonnen en meer, in de gemeente te huis behoorende, heeft bedragen 14. Zie verder het verslag van de kamer van koophandel en fabrieken, bijlage H hierbij overgelegd. Omtrent dat verslag meenen wij te moeten opmerken, dat daarin vele onjuistheden voorkomen, onder anderen wat betreft sommige fabrieken, die, zoo als daarbij wordt vermeld onder deze gemeenten zouden zijn opgerigt, hetwelk het geval niet is; en ten aanzien van grove onregelmatigheden, die op de vischmarkt, vooral bij de keuring van den visch en het mijnen zouden plaats hebben; doch van welk een en ander ons niets is ter kennis gekomen. INRIGT1NGEN IN VERBAND STAANDE MET DE UITOEFENING VAN HANDEL EN ANDERE BEDRIJVEN. a. Middelen van vervoer te water. De gemeenschap wordt onderhouden door dezelfde vaartuigen als in het verslag van het vorig jaar opgegeven. Over de waarneming der diensten kwamen bij ons geene klagten in. b. Middelen van vervoer te land. Behalve ondergeschikte wijzigingen inde inrigting zelve, zijn in de bestaande wagendiensten gedurende 1873 geene veran deringen gekomen. Die diensten werden naar behooren waargenomen, waaromtrent bij ons geene klagten werden ingediend. Overeenkomstig de bepalingen van de artt. 186189 der algemeene politie-verordening voor deze gemeente, werden de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1873 | | pagina 68