73
In 1873.
a. Het noordoostelijk contrefort.
b. Twee ramen of nissen in den oostelijken torenmuur.
c. Het verbinden der torenmuren beneden en boven den
eersten omgang door middel eener ijzeren verankering
fc>*
d. Het digten der afwijking van den oostelijken torenmuur.
e. De besteigering van de oostelijke en zuidelijke torenmuren
en van het zuidoostelijk contrefort.
De nog te herstellen gedeelten zijn mitsdien de volgende
a. Het zuidoostelijk contrefort.
b. De zuidelijke torenmuur.
c. Het zuidwestelijk contrefort.
d. Het westelijk front tot en met de balustrade van den
eersten omgang.
e. Het amoveren der besteigering, werkloodsen enz.
De uitgaven tot 1° Januarij 1874 hebben bedragen, als volgt
Over het jaar 18703956.46'/2
18718797.01
'18723364.67'/2
-18737050.53
23168 68 V2
Wegens leveringen, arbeidsloonen enz. reeds
in 1873gedaan, doch in 1874betaald of waarvan
de afrekening nog niet is vastgesteld, is nog
uittetrekkenn 2000.
Totaalƒ25168.081/»
De ontvangen bijdragen van het rijk, de provincie, do ge
meente en het kerkbestuur bedragen over 1870,
1871, 1872 en 1873, te zamenƒ24000.
over 1874 is nog te ontvangenn 6000.
30000.—
Hiervan aftrekkende het bovenstaande cijfer der
uitgavenf 25168.681/J
Blijft voor het nog te verrigten herstellingswerk
beschikbaar4831.31 '/2