78 werden in het geheel aangetast vier-en-dertig personen, waar van acht-en-twintig zijn overleden, zes hersteld. De meeste gevallen kwamen voor in den kinderlijken leeftijd. Immers achttien gevallen van een tot veertien jaren. Gedurende het heerschen der epidemie kwamen vele gevallen voor van chole rische diarrhée, welke door doelmatige, vroegtijdige verpleging in hunnen loop zijn gestuit en waarvan door gepaste desinfectie de verdere verspreiding is tegen gegaan. Wij mogen hierbij de treurige opmerking maken, dat geneeskundige hulp bij velen eerst in een zeer ver gevorderd tijdperk der ziekte werd in geroepen, nadat de lijders reeds eenigen tijd te voren door diarrhee waren aangetast. Wanneer wij thans eene vergelijking willen maken van deze met overige epidemiën, dan merken wij opdat de duur der epidemie overeenkomt met die van 1866. Het getal aan getasten was nu niet zoo groot; in 1866 was dit honderd zes- en-tachtig, van achttien Julij tot twintig September. De epidemie van 1873 kenmerkte zich door ongemeene hevigheid en wel gedurende geheel haar verloop. Immers liepen twintig gevallen doodelijk af binnen vier-en-twintig uren. Zooals ook in de epidemie van 1854 en 1866 betaalde het gedeelte der stad aan de westzijde der rivier de Mark de grootste tol aan de ziekte. Edoch het is zeker opmerkenswaardig, dat aan de westzijde van de rivier de Mark in 1854 voorkwamen honderd zeven- en-twintig cholera-gevallenwaarvan zeven in het Rozemarijn straatje, achttien in het Dieststraatje en zes-en twintig in de Gampelstraat. De rioleringen afwatering zijn in de heide eerstgenoemde vóór 1866 verbeterd. In 1866 werden in het Rozemarijnstraatje slechts aangetast twee personen en één in het Dieststraatje, en daarentegen vier-en-dertig in de Gampel straat van de honderd zeven-en-tachtig gevallen over geheel de stad. De riolering der Gampelstraat geschiedde in 1872 en slechts twee gevallen zijn in 1873 daar waargenomen. Men mag zich dus met recht afvragen, of aan de verbeterde riolering en afwatering in die jaren niet den gunstigen invloed op het verloop der epidemie is toe te schrijven. In het Gasthuis op den Haagdijk waren op een Januarij 1873 aanwezig:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1873 | | pagina 82