86
Bijlage E.
Verslag omtrent den toestand van het middelbaar on
derwijs in de gemeente Breda, over het jaar 1873.
Het getal der inrigtingen voor middelbaar onderwijs in deze
gemeente, is in het afgeloopen jaar weder onveranderd ge
bleven. Als gewoonlijk wordt 't eerst de aandacht gevestigd op de
HOOGERE BURGERSCHOOL.
Blijkens een vorig verslag was de toestand van deze school,
ten aanzien van hare bevolking, bij den aanvang van 1873
niet bijzonder gunstig te noemen.
Terwijl die bevolking twee a drie jaren vroeger ruim ne
gentig beliep, werden de lessen in September 1872 geopend
met drie-en-zestig leerlingen, die eenen geheelen cursus meenden
te volgen, en vijf zoogenaamde toehoorders, die zich slechts
in enkele vakken wenschten te bekwamen.
De oorzaak van dien teruggang lag echter voor een groot
gedeelte in den min gelukkigen uitslag van de admissie-examens,
die kortte voren hadden plaats gehad, en waarvan het gevolg
Avas, dat slechts acht nieuwe leerlingen werden aangenomen.
Men had dus reden om te verwachtendat het geleden verlies
allengs zou worden vergoed, en aanvankelijk werd die ver
wachting bereids in vrij ruime mate vervuld.
De veranderingen die de evengenoemde schoolbevolking tus-
schentijds onderging, waren zoo weinig, dat bij het einde van
den cursus 1872 73 nog aan het onderwijs werd deelgenomen
door vijf-en-zestig leerlingen, en wel:
in de 1° klasse door 7 van alle vakken
2e 11
3" 24
4° 10
5e 8
en 1 toehoorder
u
2
Inmiddels werd dat cijfer van vijf-en-zestig gedurende de
vacantie tot acht-en-veertig gereduceerd, daar zes leerlingen
uit de hoogste klasse zich met gewenscht gevolg aan het
eind-examen onderwierpen, en elf andere om verschillende
redenen de school verlieten, maar had men daarentegen het