87
voorregt, van twee-en-dertig apspiranten, die zich voor het
admissie-examen aanmeldden, aan zes-en-twintig toegang te
kunnen verleenen; zoodat de cursus 1873/74 werd geopend
met zes-en-zeventig leerlingen, aldus verdeeld
in de le klasse 21 voor alle vakken;
2e
12
ff
3e
17
n
en 3 als toehoorders
ff
4e
15
ff
5«
6
rr
tf n
In hoeverre deze gunstige uitkomst van de admissie-examens
regt geeft, om zich met eene voortdurend betere aansluiting
tusschen het lager en het middelbaar onderwijs te vleijen, is
nog niet te beslissen. Toen men zich in het vorig jaar ge
noodzaakt zag, de groote meerderheid der adspiranten aftewijzen,
was het duidelijk, dat de toevoeging van eenen vijfden of liever
eersten cursus aan de Hoogere Burgerschool, velen had ver
leid, zich zonder voldoende voorbereiding aantemeldenen het
is niet onaannemelijk, dat de teleurstelling daarbij ondervonden,
ditmaal onderwijzers en leerlingen beide tot dubbele inspanning
heeft aangespoord. Doch wat daarvan ook zijde gedachte
uitkomst is een verblijdend verschijnsel, waarop te meer prijs
mag worden gesteld, omdat met iederen dag de overtuiging
vaster wordt, dat de Hoogere Burgerschonl met vijf-jarigen
cursus, zoolang de wet op het middelbaar ondërwijs en hare
toepassing onveranderd blijven, slechts dan aan hare bestemming
kan beantwoorden, wanneer de leerlingen die haar worden
toevertrouwd, redelijk ontwikkeld zijn, en in de vakken, die
zij met het lager onderwijs gemeen heeft, met goed elementaire
kennis toegerust.
Daarvan moge op nieuw ten bewijze strekken de zoogenaamde
overgangs-examens bij het einde van den laatsten cursus.
Van de vijftig leerlingenwelke aan die examens deelnamen,
werden slechts acht-en-twintig bekwaam geacht om tot eene
hoogere klasse overtegaan; en wel:
in de 1° klasse van 6 candidaten 5;
2e n 11 n 6
n n 3e n 24 v 12;
9 5
Alzoo moest aan weinig minder dan de helft bevordering
worden ontzegd. En toch, al was niet alles volmaakt, het heeft