92
menwaarvan ruim honderd zestig in de afdeeling handtee-
kenen, een dertigtal in de afdeeling: bouwkundig teekenen,
waren geplaatst; terwijl de thans loopende cursus met hon
derd zes en vijftig leerlingen werd geopend.
De oorzaak van dien schijnbaren teruggang ligt echter niet
in het wegblijven van adspirantenmaar behalve in plaatsgebrek,
in de omstandigheid, dat bij de toelating meer en meer be
wijs wordt gevorderd, dat de nieuwe leerlingen het lager on
derwijs met vrucht hebben bijgewoond, immers zekere mate
van ontwikkeling hebben opgedaan, omdat men, waar deze
ontbreekt, ondervindt, dat ook het onderwijs in het hand-
teekenen, vooral bij toepassing der nieuwere methode, min
der de gelijke vruchten draagt.
Voor 't overige worden de vorderingen, met name in die
afdeeling gemaakt, zeer geroemd;.en getuigt ook deze com
missie gaarne, dat zij met dit oordeel instemt. Als gewoonlijk
werd tegen het einde van den vorigen cursus, in de onder
scheidene klassen, naar prijzen gedongen, en zulks met het
gewenscht resultaat, dat in de afdeeling handteekenen aan
negen leerlingen, een medaille, aan zeven een getuigschrift,
en in de afdeeling bouwkundig teekenenaan drie een medaille,
aan drie een getuigschrift konden worden uitgereikt.
De zoogenaamde dagcursus, bestemd voor jonge lieden uit
den meergegoeden stand, schijnt door de toevoeging vaneenen
vijfden cursus aan de Hoogere Burgerschool, zijne reden van
bestaan grootendeels verloren te hebben. Hij werd in het vorig
jaar door een dertigtal leerlingen gevolgd; thans is dat getal
tot de helft gedaald, alle kinderen onder de twaalf jaar.
Het onderwijzend personeel is nagenoeg hetzelfde gebleven.
Alleen trad, als assistent van den heer Cuijpers, directeur
van de afdeeling bouwkundig teekenen, in de plaats van den
heer Van de Erve, de hulponderwijzer Eligh; en ten aanzien
van alle docenten kan worden verklaard, dat zij zich metlof-
felijken ijver van hunne taak kwijten.
De commissie zou vermeenen aan haren pligt te kort te
doenindien zij dit haar verslag eindigdezonder andermaal
te hebben gewezen op de noodzakelijkheid, dat het teeken
instituut zoodra mogelijk naar een ander en beter locaal worde
overgebragt.
Eene zoo belangrijke en bloeijende inrigting, mag, naar haar