Bijlage F. 93 oordeel, niet langer gevestigd blijven in vertrekken, zoo be krompen in verhouding tot het aantal leerlingen, waar alle luchtverversching als 't ware ontbreekt, en waar de gezondheid van velen schade moet lijden. Daarenboven zal het verband dat men tusschen genoemd instituut en de burgeravondschool wenscht gevestigd te zien, goede vruchten dragen, behoort er gelegenheid te zijn om een regelmatig klassikaal onderwijs te geven, en deze gelegenheid ontbreekt. Breda, 28 Februarij 1874. De commissie van toezigt op het middelbaar onderwijs te Breda DE MANVoorzitter. LOKE, Secretaris. Verslag der commissie van beheer van het stadteeken- instituut uitgebracht aan den Raad der gemeente Breda, nopens den toestand der instelling over het jaar 1873. Aangenaam is het der commissieook nu weder zich in staat gesteld te ziengunstige mededeelingen omtrent bovenbedoelde inrichting te kunnen doen. Bij vorige verslagen werd u gewoonlijk een vergelijkend overzicht aangeboden gedurende den in dat jaar afgeloopen cursus en de opgave van het aantal der leerlingen op het einde des jaars met gelijktijdige mededeeling van het aantal deelnemers aan- en bekroonden in den prijsstrijd over het tijdvak; op volgende bladzijden zult u een dergelijk over zicht aantreffen over den cursus 1872/3 en den toestand op het einde van 1873. De indeeling was, immers zooveel mogelijk die van het reglement vastgesteld onder dagteekening van 17 October 1857; als:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1873 | | pagina 97