112 sche l'egt is, dat in art. 1247 c.c. juist den tegenovergestelden hoofdregel stelt, terwijl toch door de invoering van een nieuw wetboek de toestand van den schuldeischer niet kan worden verslimmerd en in elk geval datgene, wat van ouds gebrui kelijk was, wel eens zou kunnen beschouwd worden als con tractueel. TOESTAND DER ADMINISTRATIE. Uit de bovenstaande opgaven zal U blijken, dat het jaar 1874 gunstige resultaten heeft opgeleverd. De ondertsand in geld en brood, reeds in vorige jaren aanmerkelijk ingekrom pen, is gebleven beneden de cijfers over 1873. Die soort on derstand is de peilschaal, welke naauwkeurig voor- of achter uitgang aanwijst. Moge in alle takken van ons bestuur waak zame zorg, eisch en pligt zijn, die zorg is in geen enkelen tak van bestuur noodzakelijker dan bij het verleenen van onder stand in geld en brood. Hier vooral behooren wij het gewigt der door U ons toevertrouwde taak in dubbele mate te gevoe len, en tegenover den treurigen moed, dien velen bezitten om te vragen, een schild te stellen, dat kracht ontleent aan de volle werking der ons ten dienste staande middelen van onder zoek en ons beveiligt tegen den vaak bedriegelijken aanslag van menigen arme, die, ook bij verbeterden maatschappelijken toestand of bij de mogelijkheid dien te verbeteren, het ont vangen van wekelijkschen onderstand als een vast deel zijner inkomsten heeft gaan beschouwen. Wij mogen bij de vermelding van den gunstigen toestand onzer administratie niet opzettelijk de oogen sluiten voor het feit, dat de eenvoudige omstandigheid, dat veel werk, vooral veel ruwen handenarbeid, aanwezig is, de taak vergemakkelijkt om voordeelige uitkomsten in onze administratie te verkrijgen. Die omstandigheid is ons een veelwigtig palliatief, een dubbel voordeel opleverende, namelijk, een direct en indirect voordeel. Het eerste is, dat wij ons meer van de verpligting kunnen ontheven achten om te bedeelen, en het tweede, dat natuur lijke oorzaken medewerken om de behoeftige bevolking meer aan den steun der armen-administratie te ontwennen, haar gevoel van zelfwaarde te verhoogen en gewoon te maken in eigen behoeften te voorzien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1874 | | pagina 115