117
onderhoud te versterken. Die nadeelen, waarbij wij geen
plaats verleend hebben aan materiëele belangenzouden te
zwaar wegen tegen het enkele voordeel, dat de in bedekten
vorm verstrekte onderstand niet gegeven wordt dan tegen
arbeid. Die arbeid is in den regel weinig loon waard.
Bij het algemeen overzigt van den toestand van 't arm
wezen alhier, mogen wij niet verzuimen met een enkel woord
er op te wijzen, dat de particuliere liefdadigheid over 't al
gemeen voortdurend blijken geeft naar vermogen zich te kwijten
van de taak, die zij zich heeft opgelegd. Ontegenzeggelijk is
het, dat de bijzondere instellingen van weldadigheid een
krachtig behoedmiddel zijn om den kring waarin wij werk
zaam zijn geen grootere afmetingen te doen aannemen dan
hij nu aanwijst. Kan het burgerlijk armbestuur beschouwd
worden bij de armenverzorging in deze gemeente vooraan te
gaan, het kan ook daarbij gelden als complement. Wat door
de particuliere liefdadigheid, hetzij door vereenigingen van
dien aard of door bijzondere personen, verrigt wordt komt
aan 't licht of niet en openbaart zich in het beste geval nog
slechts verbrokkeld. Dit doet haar nietig schijnen. Het bur
gerlijk armbestuur integendeel is één enkel ligchaam, dat op
zijn beheer het volle licht der openbaarheid doet schijnen:
dit geeft vereenigde en aaneengesloten cijfers, die krachtiger
dan verbrokkelde cijfers spreken. Hoe dit zijwij zouden
meenen onregtvaardig te zijn, indien we niet zouden erken
nen, dat de particuliere liefdadigheid zich vrijwillig een goed
deel der armenverzorging op de schouders laadt en dat de
deugd van liefdadigheid ijverige beoefening vindt in onze
gemeente.
Uwe meermalen gebleken belangstelling in het armwezen,
doet ons bij voortduring rekenen op uw' veelvermogenden en
gewaai'deerden steun.
Breda, den 3. Febiaarij 1875.
Het burgerlijk armbestuur,
EGS. KERSTENS,
Voorzitter.
A. R. VERMEULEN,
Rentmeester.