122 schijnen het onderwerp eener brochure te hebben uitgemaakt, waarin tegen een ligtvaardig oordeel dezer Kamer wordt ge waarschuwd. De Kamer is niet in de gelegenheid geweest dit boekje, dat niet in den handel is, te beoordeelen. Zij kan derhalve niet nagaan of er reden is te vermoeden dat aan de klagten over den lagen waterstand kan worden te gemoet gekomen om de hinderpalen zooveel mogelijk weg te nemen, die nadeelig werken op de volksgezondheid en de scheepvaart bemoeijelijken. De Kamer gelooft nog altijd dat het grootste ongerief is gelegen in de bijzondere belangen, die de eigenaren van de lager gelegen landen hebben bij de aftappingen en daardoor de vaart dikwijls wordt belemmerd. De Kamer heeft ook vroeger in haar verslag te kennen gegevendat zij wenschte dat door het gemeentebestuur bij den eventuëlen verkoop der geslechte vestinggronden op de belangen der scheepvaart bijeen te graven ringvaart zal worden gelet. In hoeverre daaraan gevolg is gegeven, is der Kamer onbekend. Zonder zich op den voorgrond te stellen meent de Kamer toch dat bij kwestiën als deze het niet on nuttig zoude zijn om het gevoelen der Kamer te leeren kennen of minstens haar in kennis te stellen met de plannen, opdat de Kamerzoo noodig, hare bezwaren zou kunnen inbrengen alvorens eene definitieve beslissing is genomen. Daardoor zou de activiteit eener Kamer van Koophandel ongetwijfeld winnen in eene gemeente toch als Breda is het immers niet altijd mo gelijk een initiatief te nemen, maar zeer zeker is de Kamer in staat in 't belang van handel en nijverheid te dienen van advies. Het aantal schepen de haven in- en uitgevaren is veel minder dan in 1873. In dit jaar telde men 961 schepen met 53307 tonnemaat tegen 662 schepen met 38541 tonnen in 1874. De voornaamste reden zal wel moeten gezocht worden in het niet-werken der suikerfabriek buiten de voormalige Wa terpoort. MARKTEN. De Kamer is huiverig in het uitbrengen van haar gevoelen omtrent de vischmarkt. Meende zij toch in haar verslag van 1873 er op te moeten wijzen dat vele klagten werden geuit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1874 | | pagina 125