9
2, De commissie voor het ontwerpen van verordeningen,
tegen wier overtreding straf is bedreigd, zijnde van deze
de burgemeester, voorzitter, en de heeren: Mr. J. J.
Loke en Mr. J. H. Van Mierloleden.
Verder is aan eene commissie van drie leden, bestaande
uit de heeren: Mr. E. De Man Ez.voorzitter, G. Van Alphen
en Mr. J. H. Van Mierlo, het beheer opgedragen van het pen
sioenfonds der gemeente-ambtenaren en bedienden; terwijl
voor het onderzoeken van bestekken en voorwaarden van aan
besteding, van rekeningen en begrootingen door den Raad
telkens eene commissie wordt benoemd,
c. Gemeente-ambtenaren en bedienden.
De heer A. J. F. Cuypers verkreeg op zijn verzoekna ruim
veertig-jarige trouwe dienst zijn eervol ontslag uit de betrekking
van architect dezer gemeente, tegen den 1. Januarij 1875, onder
genot van een jaarlijksch pensioen van f530, en met toekenning
van den titel van raadadviseur voor bouwwerken, tegen eene
toelage van 400 's jaars. Tot zijn opvolger werd bij besluit
van den raad van den 5. December 1874 benoemd de heer
G. Earners, tot dusver provinciaal opzigter van den Water
staat, aan wien tevens het geven van onderwijs aan de tee-
kenschool werd opgedragen.
De heer Mr. A. C. D. Pels Rijcken werd op zijn verzoek eer
vol ontslagen uit de betrekking van opper-brandmeester; hij
werd vervangen door den heer Mr. C. A. Van Dam, die als
brandmeester der spuit n°. 2 werd opgevolgd door den lieer
C. J. Marijnen. Verder hadden er nog aanvullingen plaats in
het personeel der brandweer, ten gevolge van ontslag, over
lijden als anderzins.
Tot keurmeester van den visch werd benoemd M. C. Van
der Heide, in plaats van W. Swane, overleden.
De concierge van het stedelijk ziekenhuis, tevens zieken
verpleger, P. L. Bonte, werd ontslagen; terwijl in zijne plaats
werd aangesteld F. X. Bouwens, agent van politie.
Het zedelijk gedrag en de pligtsbetrachting der gemeente
ambtenaren en bedienden was over het algemeen goed; een
en ander gaf geene redenen tot klagten.
cl. Plaatselijke verordeningen, door den raad gedurende
het jaar vastgesteld.
1. Strafverordeningen, werden niet vastgesteld.